50
genomen, wanneer men althans te doen heeft met personen, die
moeten voldoen aan de vereischten in de A. O. aangegeven. We
stellen ons dan ook voor, dat, zoo de oefeningen voorkomende in
56 van het schietvoorschrift sub. a. b. c. en d. in het kwartier
gehouden werden waardoor ongeveer driekwart uur per dag ge
wonnen zou zijn men alsdan met drie weken zou kunnen volstaan.
De oefeningen der tweede klasse kunnen dan weer in vijf dagen,
en die der eerste klasse in 20 dagen doorloopen worden. De tijd
om laatstgenoemde klasse door te maken dient ruimer genomen te
worden, daar het van oogenblikkelijk belang is, het kader ruim
schoots in de gelegenheid te stellen tot scherpschutter bevorderd te
kunnen worden.
Yerder vijftien dagen tot het houden van scherpschuttersoefeningen,
en een gelijk aantal dagen, om het vuur in gesloten en verspreide
orde te beoefenen, zoodat er nog ruim een week disponibel zou zijn
om het kader te oefenen in het toepassen van de schietregels voor
het gezamenlijk vuur op kleine afstanden.
Onder II zagen wij, gedurende welken tijd er theoretisch onder
richt aan het kader gegeven werd. Dit strekt, zich, wat de onder
officieren betreft, uit over het volgende:
A. Behandeling van het schietvoorschrift.
B. Aanhangsel van het schietvoorschrift en wel
I. theorie van het schot.
II. verklaring van het begrip „spreiding'', oorzaken daarvan, be
rekening van het aantal punten, dat op een zekere schijf op een
zekeren afstand verkregen kan wordende 50°/0 breedte en hoogte
spreiding.
C. Bundelvuur, te weten
I. In hoofdzaak 56-63 van het aanhangsel.
II. Opgave van trefferruimten voor verschillende afstanden, bij staan
de, knielende en liggende doelen.
III. Berekening van het procent treffers, dat op zeker doel op zekeren
afstand verkregen kan worden met behulp van een grondplan.
IV. Opgave van het procent treffers, dat op verschillende doelen op
verschillende afstanden geplaatst, verwacht kan worden.
Y. Berekening van het aantal schijven, dat benoodigd is, om een