AANTEEKEMMGrEN OYER YLEESCH.
Vervolg van blz. 459).
(Slot).
Australisch vleesch.
In verband met het bovenstaande is het te begrijpen, waarom
Australisch blikkenvleeschwanneer het eerst in de soep gekookt
is, daar uitkomt als een onsmakelijke, onoogelijke, draderige massa
(als pruiken). Dit vleesch werd in de blikken bussen, onder hooger
temperatuur dan 100°C, soms onder eenige drukking, gekookt of
nagekookt. Het bindweefsel gaat daarbij vrij volledig in lijm over;
vandaar het draderige en weinig samenhangende van dit vleesch.
Het vleeschnat blijft in het blikverlies aan voedingswaarde wordt
dus niet geleden.
Wordt echter zulk vleesch in de soep gekookt, al is het slechts
gedurende weinige oogenblikken, dan gaat dit voedzame, smakelijke
vleeschnat in de soep over en de vleeschvezels worden nog meer
afgespoeld en uitgekookt.
Uit den aard der zaak is dit vleesch niet geschikt om in soep
gekookt te worden.
Het Australisch vleesch moet met het nat b.v. in het blik zelf
verwarmd worden en dan is het een bijzonder smakelijk en krachtig
voedsel. Wat men in dezen te doen heeft ligt voor de hand. Op
dagendat Australisch vleesch wordt gefourageerdontvange
men ook een deel van het rantsoen in rundvleesch; men make
daarvan soep, en behandele het blikkenvleesch zooals zooeven is
uitgelegd.