539 goede soepbeenderen zijn daarvoor de aangewezen ingrediënten en bevatten een groote voedingswaarde. Een andere vraag is behoort het vleeschrantsoen (voor garnizoenen) niet verhoogd te worden Nader onderzoek is sterk aan te bevelen. Nemen wij aan, dat het rantsoen zoo blijft als het nu is, dan zou men bij nieuwe contracten het volgende kunnen bepalen a. Het vleesch wordt vóór of tijdens de fourageering gescheiden van de beenderen. b. Ieder troependeel, zoowel als de zieken, moeten hunne rantsoenen ontvangen 3/4 in vleesch, 1ji in beenderen met aanhangend vleesch. Haak. Apotheker. SemarangJanuari 1892. Naschrift. Toen dit opstel voor dë pers gereed was, kwam mij in handen het artikel van B. W. G. G. Vries over de nieuwe voedingstarieven (Mil. Tijdschrift 1892 N°. 1, 2, 3) Ik ben een vijand van critiek op dergelijke artikelen, die den schrijver veel tijd en moeite hebben gekost en die geschreven worden met een goede bedoeling; vooral ben ik daartegen, omdat die critiek doorgaans ontaardt in aanmerkingen en vitterijen op kleine onjuisthe den, die tot het geheel niets afdoenterwijl over de hoofdstrekking wordt gezwegen. In het genoemde artikel meen ik echter in de hoofdpunten fouten te ontdekken, die, wanneer zij feitelijk gemaakt zijn, de resultaten, waartoe schrijver concludeert, aanmerkelijk wijzigen. De Heer Vries houde het mij daarom ten goede, dat ik mijne opmerkingeu kortweg mededeel en aan zijn oordeel onderwerp zonder daarom het staatje van de voedingswaarde der dagelijksche vivres om te werken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 550