BOEKBEOORDELING,
Het verachtelijke en verderfelijke van liet duel
door W. M. H. Anten, kapitein der infanterie,
prijs f 0.90.
B. Blankenberg en Zoon> Amersfoort 1892.
Wij leven gelukkig in een tijd, waarin geen rechtgeaard, beschaafd
en verstandig man meer tot de voorstanders behoort van het duel, het
welk terecht wordt aangemerkt als het meest onlogische en barbaarsche
middel om voldoening te erlangen, voor eene werkelijke of vermeende
beleediging en dat óf wordt aangegaan met weerzin, omdat de mode het
zoo eischt, pour sauver Vhonneur, óf het verstoord gemoed onbevredigd
laat en maar zelden tot eene waarachtige verzoening leidt.
Verdient alzoo de strijd tegen het duel alle sympathie, het is volstrekt
niet onverschillig, hoe die strijd gevoerd wordt. De wijze, waarop do
schrijver der bovengenoemde brochure daartoe is te werk gegaan, is niet
van bedenking ontbloot.
In de eerste plaats zij opgemerkt, dat de heer Anten zich op een ver
keerd standpunt heeft geplaatst. Gelijk hij in zijn voorbericht en ook
o.a. op blz. 98 en 99 van den tekst duidelijk te verstaan geeft, acht
hij zich als officier geroepen tot den strijd tegen het duel. Dit is voor
de Nederlandsche officierskorpsen, waarin tegenwoordig maar zelden en
zeker niet meer dan in de burgerlijke maatschappij van het duel wordt
gebruik gemaakt, alzoo niet verdiend noch ook vleiend, vooral niet, wijl
'schrijvers aanval vooral gericht is op hen, die van het duel om zoo te
zeggen een beroep maken, op hen namelijk, die in de brochure met de
minder schoon klinkende namen van vechtbeest, gevaarlijk gedierte, gek,
hoosdoener „van eerellendelinggeboefte, monster en andere worden
aangeduid. In onze officierskorpsen is voor dezulken gelukkig peen plaats;
de band, die de officieren bijeenhoudt, hun zedelijk peil, de korpsgeest,
zij alle zouden het verblijf in het officierskorps aan een vechtbeest"
onmogelijk maken.