554
Oefeningsmarschen.
Den 17cn Mei jl. werd door de garnizoenen van Batavia en
Mr. Cornelis een „oefeningsmarsch" gehouden. Het voorschrift o. d. veld
dienst onderscheidt slechts militaire oorlogs snelle geforceerde
nacht- en geheime marschen. De benaming „oefeningsmarsch" treffen
wij in dit voorschrift niet aan. Alles wat geschiedt moet strekken tot
oefening; spreekt men evenwel van „oefeningsmarsch" dan kan men met
hetzelfde recht spreken van „oefeningsvelddienst", „oefeningsschijfschieten".
Eene omschrijving, naar onze meening overbodig. Wij zouden er dan ook
de voorkeur aan geven ons te bepalen tot de benamingen voorkomende in
onze reglementen en voorschriften.
Economisch gebruik der beschikbare krachten is te velde een der meest
gewichtige factoren waarmede een troepenaanvoerder heeft rekening te
houden. Het zuinig omgaan met de voorhanden middelen, en hiervan
is de physieke kracht van man en paard een voornaam gedeelte,
moet even als al het andere in vredestijd beoefend worden. 34
van het voorschrift o. d. velddienst zegt dat het van veel belang is, om
de verschillende onderdeelen eener colonne niet vroeger te doen aantreden
dan voor ieder onderdeel noodzakelijk is, daar niets den soldaat meer
vermoeit dan noodeloos ivachten. Hierom komt ons het samentrekken van
twee bataljons infanterie op het Waterlooplein overbodig voor en in strijd
met een economisch gebruik der troepen; te meer daar het punt van
samentrekking niet in de marschriehting lag. Ook was het uur van
afmarsch uit de kwartieren niet gelukkig gekozen, daar de troepen op
genoemd plein 15 a 20 minuten noodeloos stonden te wachten. Eenvou
diger ware het de korpsen uit hunue kampementen te doen afmarcheeren
en gaandeweg de colonne te doen formeeren waardoor dan tevens gelegen
heid ontstond in het juist leeren bepa'en van het uur van afmarsch.
Zoo had, naar onze bescheiden meening, het 1 le bataljon niet al wachtende
de komst der troepen uit Weltevreden moeten verbeiden, doch den marsch
zoo moeten regelen, dat het zonder stoornis achter het 10° bataljon kon
aanhaken. Het ter juister tijd brengen van een troep op een bepaald
punt is dikwerf van groot gewicht en komt in den oorlog niet zelden
voor; het moet dus in vredestijd beoefend worden, te meer daar het niet
zoo eenvoudig is als men oppervlakkig raeenen zoude.
Geen lust tot bedillen gaf ons het bovenstaande in de pen, doch de
wensch zoo mogelijk mede te werken onze oefeningen zoo vruchtdragend
te doen zijn als het kan. Intusschen geven wij onze meening gaarne
voor een betere. M.