MUTATJEN BIJ HET OFFICIERSKORPS VAN HET
NED.-INDISCH LEGER GEDURENDE
DE MAAND JANUARI 1892.
BENOEMD.
Infanterie.
Artillerie.
Cavalerie.
BEVORDERD.
Infanterie.
Artillerie.
Militaire Administratie.
GEPLAATST.
Infanterie.
Tot Milit. Commandant van Atjeh en O. en belast met de waarnemin°-
der betrekking van Gouverneur van dat gewest, met bepaling dat hij voor
schreven functie zal uitoefenen onder den titel van Civiel en Militair
Gouverneur van Atjeh en O., de kol. C. Deijkerhoff;
tot milit. Commandant van de "Wester afd. van Borneo, de It. kol. D.
P. Bouman;
tot instructeur bij den voorbereidenden cursus van het le den bat de
2e It. J. H. de Quant. P
Tot lid der Directie van het Militair Weduwen- en Weezenfonds in
Nederl.-Indië, de kol. Chef van het wapen J. E. Biljardt.
Tot adjudant van den plaatsel. cavaleriecommandant te Salati»a de
le It. J. A. T. Lublink Weddik.
Tot kol., de lt. kol. P. P. H. van Ham;
tot lt. kol., de maj. P. L. A. Collard en B. C. van de Sande.
Tot kap., de le lt. M. G. J. Kempers;
tot le lt., de 2e lt. C. M. Kan.
Tot maj.-int., de kap.-int. C. H. W. Boers;
tot kap.-kwm., de le lt.-kwm. H. A. Engeringh;
tot le lt.-kwm., de 2e lt.-kwm. W. E. J. Bedding.
Bij het 2e bat., de 2e lt. H. Valkenburg;
bij het 4e bat. te Djokdjakarta de le It. A W. Paalman;
en te Kedong-Kebo, de le lt. D. M. Vis;
bij het 11e bat., de le It. M. A. van Heekeren;
