- 56
De manschappen die, als schietende in de 2° klasse of in de eerste
vier oefeningen der 1° klasse, van den wedstrijd zijn uitgesloten, zetten
op het terrein aangekomen, op het bevel van den compagnies-com
mandant de geweren kalm aan rotten, vleien zich in het gras neder
en bemoeien zich verder in geen opzicht meer met den door hunne
kameraden te leveren wedstrijd.
Zij, die mededingen worden in ploegen afgedeeld en toonen in den
aanvang nog wel eenige belangstelling, doch naarmate de zon hooger
aan den horizon stijgt, verdwijnen zij den eenen na den anderen om
in de schaduw een plaatsje te gaan zoeken en hun beurt om te schieten
rustig af te wachten.
Heeft een man geschoten, dan zou men, bij eenige belangstelling,
licht gelooven dat hij bij terugkeer te midden van zijne kameraden,
bestormd werd met vragen naar den uitslag van zijn optreden, doch
neen, niets daarvan het interesseert niemand hoeveel punten de wapen
broeder behaald heeft, een elk denkt op de meest laconische wijze,
dat hij het zoo straks bij de distributie der prijzen wel uit den mond
van den korpscommandant zal hooren, wie de pieten van het bataljon
en van de compagnie zijn.
Dat ook zelfs de meest gewone Inlander ten opzichte van de be
drevenheid van een schutter weinig waarde hecht aan het behalen
van een prijs, kan worden opgemaakt uit een nuchtere, doch volkomen
juiste opmerking door een onzer bruine broeders, bij gelegenheid van
het uitdeelen der prijzen, gemaakt.
Het is toch de verkeerde wereld, zeide de man, dat, naar evenredig
heid, de minste prijzen ten deel vallen aan hen, die vroeger reeds een
schietprijs behaalden, terwijl verreweg de meeste te recht komen op
nog maagdelijke borsten.
Een schietprijs schijnt dus geen bewijs van geoefendheid.
Een eenvoudige becijfering leerde mij, dat de leuke fuselier volkomen
gelijk had en dat in aanmerking genomen de sterkte aan vroegere
prijswinners en die aan nog niet mot het eeremetaal versierden, in
deze laatste categorie de meeste onderscheidingsteekenen vielen.
Ik heb mij de moeite getroost, het vorenstaande op papier te zetten
om, al kunnen mijne voorstellen de autoriteiten niet behagen, dan toch