75
Eene opgave van hetgeen de marine op de vijandelijke positiën
verschoten heeft wordt gemist, evonzoo blijft men geheel in het
onzekere omtrent het aantal projectielen, verschoten van 25 Mei
tot 20 Juni uit de beide kanons van 8 cM. veld op den Boekit Panas
en van 2 Juni tot in den morgen van den llcn Juni uit de beide
kanons van 12 cM. A, welke laatste gericht waren op 's vjjands
positiën op den linkeroever der Edi rivier.
Uit het kort verslag der voornaamste gebeurtenissen in Atjeh,
opgenomen in de Javasche Courant van 13 Juni 1890, blijkt dat
voor de beschieting van Pedawa Pontong op 23 Mei (blz. 298 van
het verhaal der Exp.) gebezigd zijn: 74 G. en 10 Gkt.
Op blz. 344 van het verhaal der expeditie staat vermeld dat op
's vijands positiën in het Pedawa Pontongsche van 1520 Juni
een regen is nedergevallen van 104 G. en 1 Gkt. uit de beide 12
cM. A. en van 30 G. uit den 20 cM. Moitier.
Zes maal is men met den vijand slaags geweest en wel op 5,11,
13,16 en 21 Juni en op den len Juli; dis ontmoetingen hebben in
totaal geleid tot het volgende munitievorbruik:
G. Gkt. K.
Uit de vier 7 cM. A. berg 349 354 9
beide 12 cM. A. 44 61
8 cM. veld 34
8 cM. berg 27 27
12 cM. Mortier 22
den 20 cM. id. 20
Volgens deze opgaven zijn van 23 Mei tot 1 Juli verschoten 670
G., 487. Gkt. en 9 K. en wij zullen zeker niet ver van de waarheid
af zijn, zoo voor het totaal der verbruikte munitie de opgegeven
cijfers nog met 15°/0 worden verhoogd.
Uit die opgaven blijkt voorts dat de achterlaad berg vuurmonden
twee en een half maal hunne normale uitrusting aan G. en Gkt. heb
ben verbruikt. Altemaal cijfers die wel tot nadenken mogen stemmen.
De omstandigheid dat in Edi hoofdzakelijk de positieoorlog is
gevoerd, dat de voornaamste uitrukpartijen zich slechts tot op korten
afstand uitstrekten van de operatiebasis, mag aan een dergelijk
munitieverbruik geeue bezwaren hebben in den weg gelegd de