79
gezag. Houdt men dit in het oog, dan is het duidelijk dat ons
militair optreden in doorslag een offensieven geest behoort te ademen
en nu is het een algemeen erkend feit, dat met het toenemen in
deugdelijkheid van de doode strijdmiddelen die geest in intensiteit
vermindert, hetgeen zich openbaart door voorzichtigheid bij ontmoe
tingen met den vijand.
Roekeloosheid moge op den gang van militaire operatiën van nadee-
lingen iuvloed zijn, te groote voorzichtigheid schaadt dien nog meer.
Alzoo dusgeene der tot eenig doel beschikbaar gestelde krachten
blijve ongebruikt, doch elk dezer zij hierbij eene taak aangewezen
binnen hare werkingssfeer, want ook voor de oorlogvoering tegen den
Inlandschen vijand is van toepassing het bekende beeld, hetwelk de
artillerie vergelijkt met het vaste beenderenstelsel, dat het geheele
in den strijd optredende lichaam den noodigen steun verleent; in
welk lichaam de cavalerie de rol der zenuwen vervult, die als voel
horens werken en de infanterie de functie waarneemt van de spieren,
waarvan de kracht zich onmiddellijk met die des vijands meten moet.
Het is waar en ook het verslag geeft het op menige plaats te
lezen il y a des accommodements ook met de tactiek.
De eerste stelling der artillerie in het gevecht van den llcn Juni
bijv. werd gekozen op nog geen 400 M. van de positiën des vijands,
van dezen enkel gescheiden door de ongeveer 30 M. breede Edi-
rivier; zij stond ongedekt tegen diens vuur en vond, naar de kaart
te oordeelen, op hare standplaats ook slechts matige gezichtsdekking.
Die vijand was toen nog vrij wel ongeschokt en vastberaden was hij
ook, anders had hij ons in zijne loopgraven niet afgewacht, toch
leed hier de artillerie met hare dekking, gedurende het geheele uur
dat zij daar stond, geen ander verlies dan één gewonde (blz. 315).
Zoo ergens, dan is zeker in den oorlog het „man kann 's prohiren
gewettigd en dit beginsel schijnt inzonderheid met betrekking tot de
artillerie in ruime mate te zijn gehuldigd; een huldiging, waartoe
men te eerder overging, toen uit alles bleek dat de indruk, dien het
geschutvuur op den vijand maakte, gaandeweg machtiger werd
Zoo zien wij op blz. 333 en 334, dat de sectie artillerie, onder
bescherming van infanteiievuur binnen den afstand van 200 M.