654
werd, dat van den overate van Teijn niet; noch zware vermoeienis,
noch afmattend hersenwerk, noch de weldra vreeselijk woedende beri
beri hadden vat op hem en toen ook 's Generaals UemmenVs krachtig
gestel aangetast was en hij zijn overwerken van geest en lichaam bij
de zware hem op de schouders gelegde taak met den dood bekocht,
had de Regeering het geluk, zooals ik reeds aanhaalde, door de
benoeming van den toen tot kolonel bevorderden overste van Teijn
tot Civiel en Militair Gouverneur van Atjeh en Onderhoorigheden,
het bestuur over dat gewest in zeer bekwame handen te geven.
Buitengewoon moeilijk was echter de taak die hij aanvaardde.
Laadden wij bij het innemen van de geconcentreerde linie op
Groot Atjeh door de terugtrekking op groote schaal welke er mede
gepaard ging en het prijsgeven van enkele nederzettingen op de
kusten, den schijn op ons van groote zwakte, werd hierdoor bij den
Atjeher de hoop gewekt dat wij den strijd niet langer konden vol
houden, dat wij uitgeput raakten en deed de partij van verzet, waarvan
Toeankoe Haschim en Tengkoe di Tiroe de ziel waren, alle mogelijke
moeite om bij het volk de overtuiging te vestigen dat volharding in
bet verzet ten slotte onze algeheele verdrijving uit het rijk ten gevolge
zou hebben, het slot van 't Regeeringsprogramma tijdelijke sluiting van
het geheele kustgebiedd.w.z. ook van de Oostkust tot aan Tamiang
zooals uitdrukkelijk was aangegeven, verleende aan het stelsel
tevens weer kracht - die sluiting zou den Atjeher spoedig overtuigend
hebben bewezen, dat de binnen die kleine geconcentreerde linie, te
Kota Radja zetelende Nederlandsche autoriteit, in weerwil van
de uitgevoerde terugtrekking, de feitelijk machthebbende was, naar
wiens wil men zich moest voegen en wiens bevelen men moest
gehoorzamen.
Maar helaas, dit voor het afdwingen van de onderwerping van
Atjeh gewichtigste deel van 't Regeeringsprogramma, of beter
gezegd, dit integreerende deel van het stelsel, het eenige dat kracht
inhield, dat toonen kon ivie dwang kon uitoefenen, werd niet uitgevoerd.
De Generaal Demmeni liet zich door de ambtenaren overtuigen dat