- 668 vóór het einde van het jaar rust en orde in zijn gebied te herstellen. De Generaal ontving na afloop van de Edi-expeditie van de Indische regeering een warme dankbetuiging voor het ook hierbij weder door hem betoonde beleid en werd later door H. M. de Koningin Regentes benoemd tot ridder 3e kl. van de Militaire Willemsorde. Spoedig na de sluiting der kusten, in verband waarmede door den Gouverneur tevens een verbod was uitgevaardigd tegen uitvoer uit onze geconcentreerde linie te Groot Atjeh, bleek het dat de uit komsten geheel aan de verwachtingen beantwoordden. Allerwegen toch beijverden hoofden en grooten zich, om van hunne goede gezindheid en eerbied voor ons te doen blijkenverlokkelijk waren de aanbiedingen, die van verschillende zijden gedaan werden om het bestuur maar tot welwillendheid en zachtheid te bewegen, ons over te halen tot het verleenen van licentiën voor uit- en invoer. Een enkel voorbeeld slechts Toekoe Moecla Rajoet, uit het geslacht der hoeloebalangs van de XIII Moekim Toengkoepdie daar zeer veel macht en invloed heeft, bood het bestuur aan om zich te onderwerpen als hij geholpen werd met f 10,000 contanten, waarvoor hij dan als waarborg eene waarde van 40,000 aan peper te Oleh-leh zou doponeeren, terwijl hij er voor instond dat onze troepen daarna ongehinderd door de XXVI Moekims zouden kunnen marcheeren. Zijn aanbod werd afgeslagen, er school weder een adder onder het gras. Door de vasthoudendheid van het bestuur aan het aangenomen beginsel, waarbij de Generaal krachtigen steun vond in het vaste karakter van den assistent-resident Ruijssenaersontstond weldra al lerwegen gebrek, ook te Kemala en evenzoo onder de benden van Tengköe di Tiroe die zich soms met geweld van het noodige moesten voorzien en weldra verplicht waren met eigen gemaakt kruit te schieten. Groot werd geleidelijk de drang naar onderwerping en nagenoeg de eenige, die haar ten laatste na den dood van Tengkoe di Tiroe nog met kracht tegenhield was onze oude onverzoenlijke vijand, Toe ankoe Haschim. Toch zou het er ten slotte ongetwijfeld toe geko-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 119