671
overgaan, zonder het heft een enkel oogenblik uit handen te geven.
Voor zijn opvolger stelde hij voorts persoonlijk eene zeer uitge
breide Nota van overgave samen, waarin uitvoerig de weg werd
omschreven die bewandeld moest worden om tot het eiuddoel te
geraken, waarnaar de geheele Nederlaudsche natie reikhalzend uitziet.
De rijke door hem vergaarde kennis en ervaring omtrent Atjeh en
zijne bevolking legde hij in die Nota neer. Ook hiervan zond hij een
afschrift aan de Regeering om toch vooral niets te doen verloren
gaan, waaruit wellicht nut zou te trekken zijn.
De Regeering zou thans 's Generaals edele nagedachtenis niet beter
kunnen doen eeren, dan door publiceering van deze beide gewichtige
stukken, die een helder licht zouden werpen op veel, wat thans menig
een nog duister voorkomt en de geheele natie zou daardoor in de
gelegenheid gesteld zijn om te oordeelen of zoo straks al dan niet
met recht gezegd is da t de Generaal van Teijn er in geslaagd is
om den weg aan te wijzenivelke gevolgd moet worden om tot het
einddoel van ons aller strevende onderwerping van Atjehte geraken.
Tevens zou men dan kunnen zien of van 's Generaals nuttige
wenken, op kennis en ervaring gegrond, na zijn vertrek een doeltreffend
gebruik gemaakt is.
Ook nog op zuiver technisch militair gebied heeft de Generaal van
Teijnondanks zijne drukke werkzaamheden, tijd weten te vinden om
zich nuttig te maken in het belang van het Wapen der Infanterie, dat
hij lief had.
Meende hij in September 1889 te moeten bedanken voor de be
trekking van Chef van het Wapen der Infanterie waarop hij recht had
en die hem dan ook werd aangeboden, toch rekende hij het zich tot
plicht die voorstellen te doen, die hij voor de Infanterie het meest
urgent achtte en, bij aanvaarding van de betrekking van chef van
het wapen, het eerst van alle zou ter hand genomen hebben.
Het waren:
le. De bewapening van onze Infanterie met een klein kaliber