MILITAIRE BAKKERIJEN VOOR NEDERLANDSCH INDIE. In oüs vorig opstel (1) kwamen wij tot de gevolgtrekking, dat mili taire bakkerijen in het belang van het Indisch leger zouden zijn. Is hare oprichting ook een staatsbelang? is de vraag, die nu gesteld mag worden. Zeer zeker is het belang van het leger in algemeenen zin ook het belang van den Staat. In koloniën is dit minstens evenzeer het geval, als in het moederland zelf. Maar het leger kan zijn eischen wel zoo hoog stellen, dat die voor inwilliging niet meer vatbaar zijn, omdat zij den Staat te groote lasten zouden opleggen. Alvorens de regeering haar toestemming verleent tot de oprichting van bak kerijen, zal zij in de eerste plaats uitgemaakt willen zien, in hoeverre dit hier het geval zou zijn. In de opstellen van vroegere schrijvers over dit onderwerp wordt veelal, als van zelfsprekend op den voorgrond gesteld, dat eigen beheer veel goedkooper zal zijn, dan het thans bestaande stelsel van aanbesteding. Komen evenwel Jozé en Mati Panari in dit Tijdschrift tot de conclusie, dat garnizoensbakkerijen de prijzen van het brood voor den militair zullen doen dalen, Yegov meent, dat dergelijke inrichtingen geld, veel geld zullen kosten. Trouwens zijn ontwerp van organisatie kan niet op goedkoopheid bogen. In ieder geval blijkt, dat de voorstanders der militaire bakkerijen het hierover nog niet eens zijn. De redenen, die eerstgenoemden ter verdediging van hun opinie opgaven, hebben wij in het kort me degedeeld in de inleiding van ons eerste stuk. Zoo in het oogloopend afdoende vonden wij die niet, de bezwaren, die wij er op het eerste gezicht tegen hadden, hebben wij terzelfder plaatse met een enkel De FINANCIEELS GEVOLGEN VAN DE OPRICHTING VAN MILITAIRE BAKKERIJEN. (1) Zie Juni aflevering'.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 132