683 -
deze karaktertrek van den Chinees, meest ruimschoots opgewogen
wordt door zijn speeulatiegeest, die bij openbare aanbestedingen met
vrije mededinging wel eens geleid heeft tot prijzen zoo laag, dat
uitvoering van een levering daarbij onmogelijk bleek.
Wij meenen dan ook dat de openbare aanbestedingen voldoende
grond opleveren om aan te nemen, dat men het militaire brood in
Indië over het algemeen zoo goedkoop krijgt, als het onder de tegen
woordige omstandigheden van de particuliere industrie te verkrijgen
is. Dat een handelsartikel veel geld kost in eenig land, veel meer
dan in een ander, is geen bewijs dat het te duur is, en in prijs kan
dalendat er goed graan tegen lagen prijs op niet te grooten afstand
groeit, bewijst nog niet, dat het meel tegen lager prijs dan thans in
Indië zal kunnen verkregen worden en vragen Inlandsche arbeidskrachten
slechts laag loon op de Indische arbeidsmarkt, men kan ook hier
zeggen, alle waar is naar zijn geld, en het voordeel dat de Chinees
van zijn arbeid vraagt is dikwijls al even gering.
Eerst wanneer de schrijver had aangetoond, wat hij nu bloot be
weerde, dat het eigenbakken brood zoo belangrijk veel goedkooper
zou wezen, zouden wij geneigd zijn hem te vergeven, dat hij slechte
hoedanigheid van het in Indië algemeen gebruikelijk gistingsmiddel
een der gronden noemt om van stelsel te veranderen.
Stond echter die prijsverlaging zoo vast, dan zouden wij die op
zich zelf een voldoende reden achten om den wensch van den
schrijver te vervullen, zonder een argument aan de hoedanigheden
van de lëgèn ontleend.
Dat die vermindering van kosten onder de bestaande omstandig
heden in Indië intusschen nog zoo vast niet in het vooruitzicht mag
gesteld worden, om tot oprichting van garnizoensbakkerijen over
te gaan, kan wel hieruit blijken, dat de brood- en meelfabriek van de
firma Le Roux en Co. te Batavia geen bevredigende resultaten in
1888 opleverde (1), al vermaalt zij tarwe uit Australië. Toch had
deze wel uitgeruste inrichting slechts concurrentie te voeren tegen
diezelfde primitief geinstalleerde Chiueezen.
Had de schrijver waarschijnlijkheid aan zijn bewering willen geven,
dan ware het in de eerste plaats noodig geweest aan te toonen, dat
(1) Kol. Versl. 1890 Bijl. 000, Sub 5.
Dl. II, 1892. 45