692 Calcutta. Bombay ligt op te grooten afstand, al staat het door zijn haveninrichting en de kwaliteit van zijn granen bovenaan. Madras ligt dichter bij onze bezittingen dan Calcutta, doch de tarwe-uitvoer bedroeg daar in 1889/90 slechts 50800 KG., in de laatste 7 jaar gemiddeld 232200 KG. 'sjaars blijkens het verslag van den consul te Calcutta over 1890 (1891 N°. 91) p. 17. Het vervoer zal plaats hebben over zeeën grootendeels buiten den Indischen Archipel; toch bezitten wij een benaderenden maatstaf om de kosten daarvan te kunnen schatten in het bestaande contract van het Gouvernement met de Koninklijke Paketvaart Maatschappij voor het vervoer binnen den Archipel (1). Aangenomen volgens ruwe schatting, dat de afstand tusschen Batavia en Calcutta 600 GM. bedraagt, dan zouden de vervoerkosten volgens dit contract aan subsidie en vracht komen op 5.87 de HL. hetgeen de aankoopspnjs te Calcutta ruim zou verdubbelen. Men ziet hieruit welk een groote factor van stijging in prijs zelfs een betrekkelijk kleine afstand kan zijn, ook wanneer liet goedkoopste transport wordt toegepast. (1) Het bodoelile contract berust op een overeenkomst, waardoor de laagste aan vrager van een subsidie voor eiken afzonderlijken dienst of voor alle diensten te zamen aannemer is geworden tegen een door het Gouvernement vastgesteld vracbts tarief. Dat tarief geeft aan een vracht van f 0.80 per Geogr. Mijl afstand voor een pas- sagier le kl die voor goederen is per koijang */5 van die passagekosten. Volgens het militair tarief Ho. 7 is do koijang een ruimtemaat van 2'/2 M', waarschijnlijk afgeleid van de ruimte, die 1800 KG. paddi inneemt. Voor meel wordt eveneens aangenomen, dat 1800 KG. gelijkstaat met een koijang; tarwe wordt niet genoemd, maar rekenen wij daarmede overeen te komen. Bij een kwaliteit van het graan van' 80 KG. in de HL. staat een koijang dus gelijk met 22.5 HL. Do door de maatschappij verkregen subsidie wisselt af tusschen f 1.50 en 20.— voor de afgelegde geogr. mijl. Zij is berekend naar de vermoedelijke kosten en voor deelen, die de vennootschap van de verschillende diensten denkt te maken, en kan dus slechts bij benadering vastgesteld worden voor de lijn Batavia-Calcutta. Rekent men ïutusschen, dat die voordeelen althans aanvankelijk een minimum zullen bedragen, d.in zou daarvoor de hoogste subsidie gevraagd kunnen worden. Voor de heen- en terugreis zou dan bij een afstand van 600 GM. aan subsidie verschuldigd zijn f 24000. Werden 15000 HL. graan overgevoerd, d. i. voor de behoefte van één jaar, ruim gerekend, dan zouden de subsidiekosten per HL. bedragen f 1.60; vracht en subsidie samen 5.87.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 143