695 Celebes, de Kleine Soenda-eilanden, Kiouw en Atjeb, en dan zal moeten derven. Deze hebben in 18S7 88 1,64 de 100 KG. bedragen (1) wellicht 5°/„ van de waarde. III Bij de berekening der vervoerkosten van het meel tusschen den militairen molen en de garnizoenen, waar het verbakken moet wor den, stellen wij die voor het laden van het meel te Batavia, gelijk aan die voor het lossen der tarwe. Die voor het malen zijn moeilijk te schatten, in aanmerking genomen, dat die, behalve van de organisatie van het personeel en de traktementen, soldijen en loonen, ook afhankelijk zijn van de oprichtingskosten van den molen en de installatie der machinerieën. De kostprijs van die werktuigen te Tandjong Priok zal natuurlijk door scheepsvracht, in- en uit gaande rechten, spoor-, laad- en loskosten aanmerkelijk hooger zijn dan in Europa. Maar staan al deze onbekende factoren een eenigszins juiste raming in den weg, bij afleiding is na te gaan, dat deze kosten niet zoo hoog kunnen loopen, dat een vergelijking daarvan met die, welke de Voor-Indische molenaar te betalen heeft, zeer in ons nadeel zouden uitvallen. Daarbij zal dan echter zooveel mogelijk gebruik moeten worden gemaakt van Inlandsche werkkrachten, die in onze koloniën over het algemeen al even weinig duur zijn, als in de Eugelsche. Wat de werktuigen betreft, de nieuwste staan ons in Europa tegen dezelfde prijzen ten dienste, en mogen de vrachten op onze booten duurder zijn, dan die van de P. and O. S. N. Cy. of eenige andere concurreerende Engelsche stoomgelegenheid op Indië, deze moeten al bijzonder hoog loopen, wil de prijs van het product hierdoor op den langen duur belangrijk stijgen. En dan zal het altijd zaak blijven uitstekend personeel voor het beheer en de best bekende machinerieën voor de exploitatie te bezigen. Voor de berekening van de scheepsvracht is het voldoende te weten, (1) Het normaal invoerrecht in Indië is 10°/0 van de waarde, doch er bestaan blijk baar uitzonderingen (kol. versl. 1890, p 170). De inkomende rechten op meel brachten in 1887 en 1888 op resp. f 101.941 en f 88.070 van 6159000 en 5428900 KG. (kol. Versl. 1890 p. 171

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 146