698
IV
Blijven nu de hoogste kosten, die wij tot nog toe vermochten te
berekenen, vermeerderd mee die voor het malen, en voor het lossen
op de buitenposten, beneden den tegenwoordigen kostprijs van het
meel op die posten, dan kan het slechts van de kosten voor de
voortbrenging van het brood en voor vervoer tusschen de bakkerijen
en de garnizoenen afhangen, of militaire bakkerijen uit een financieel
oogpunt reden van bestaan hebben.
Over de kosten van het malen is hiervoren gehandeld, die van het
vervoer van scheepsboord naar den wal ter bestemmingsplaatse moeten
wij eveneens in petto houden, omdat die verschillen naar plaats en dik
wijls ook naar tijd en gelegenheid.
Maar een ander soort mag niet over het hoofd worden gezien, n. 1.
de transportkosten, voortvloeiende uit de plaatsing van den molen
ten opzichte van Batavia.
Door den molen toch in een der havens van Java op te richten,
zouden wij gevaarloopen het doel van ons stelsel te missen; molen
en voorraden zouden bij een coup-de-rnain eener vijandelijke flottielje
geheel voor ons verloren kunnen gaan, zoo niet den vijand van on
berekenbaar nut kunnen wezen, indien hij verder dragende plannen had.
Voorshands schijnt Buitenzorg aangewezen voor de oprichting van
molen, graan- en meelmagazijnen. Is Magelang eenmaal met de
bestaande spoorwegen verbonden, dan komt ons dit garnizoen meer
geschikt daartoe voor, als middelpunt van Java, en van het, uit een
strategisch oogpunt door vele Indische krijgskundigen, als centraalre-
duit onzer troepen, aangewezen hoogland van Ivadoe. Ook is het te
vreezen dat Buitenzorg grooter gevaar loopt dan Magelang, door zijn
grootere nabijheid ten opzichte van Batavia, dat, als zetel der regeering,
als het ware, aangewezen schijnt voor een vijandelijken aanslag.
De kosten van het heen- en wedervoeren van tarwe en meel dienen
hierbij aangemerkt te worden als verzekeringspremiën om de brood
voorziening in oorlogstijd voortdurend te behouden.
Bijaldien de lijn Batavia Buitenzorg overging in handen van
den staat, ter vereeniging van de lijnen Tanajong-Priok Batavia
en Buitenzorg Preanger Tjilatjap (blijkens het Kol. Versl. van
1890 waren onderhandelingen hangende) of indien de lijn Willem I-