702 van een nieuwen, goedkooperen handelsweg. Krijgt hij daardoor, althans zeer zeker na verloop van tijd zijn grondstof tegeu veel lager prijs, al aanstonds stelt hij in de plaats van talrijke kleine bakkerijen, zijn enkele grootere. Wel draagt hij daardoor aanvankelijk veel hooger oprichtingskosten, omdat hij machinale bakkerijen zet, maar hij betaalt die slechts eens. Het onderhoud van bakkerijen en voorraden zal zeker niet meer bedragen, dan wat thans door het leger in den vorm van duurder brood daarvoor en voor oprichting of uitbreiding van een groot aantal bakkerijen en pakhuizen voortdurend wordt betaald. Natuurlijk zal voor de bediening dier staatsinrichtingen toezicht- voerend Europeesch personeel noodig zijn, dat uit eenige goed betaalde, technisch onderlegde personen zal moeten bestaan. Sedert de landbouwcrisis der laatste jaren is de levensstandaard van den Europeaan in Indië evenwel aanzienlijk gedaald, schatten van geld zal dit niet meer kosten. Daarenboven kan men aannemen, dat de inkrimping van het aantal bakkerijen en de toepassing van werk tuigen en stoom een bezuiniging zullen teweegbrengen, die tegen de meerdere kosten van het Europeesch personeel zal opwegen. Daartoe zal voor geen klein deel bijdragen de daling der steenkolenprijzen, wanneer de Soengei Doerian kolenvelden binnen een niet meer verwijderd tijdstip in exploitatie zijn genomen. Ook belet niets gebruik te maken van Chineezen en Inlanders als hulp personeel. Wanneer zij onder goede controle staan kan tegen het te werk- stellen van hun goedkoope arbeidskrachten geen bezwaar meer bestaan. Wel zal het brood bezwaard worden met transportkosten voor het vervoer tusschen de bakkerij en de garnizoenen, maar deze betaalt de aannemer nu ook, hetzij voor zijn meel, hetzij voor het brood, maar hij mist het voordeel, dat de staat heeft bij vervoer over de staatsspoorlijnen. Deze posten in geld uit te drukken, gaat natuurlijk niet aan. Om evenwel eenig denkbeeld te geven van de middelen, waarover men zal kunnen beschikken zonder vrees voor verlies, moge nog vermeld worden, dat de brood verstrekking aan 17505 Europeanen, Afrikanen en Amboineezen, op u°. Dec. 1888 in het N. I. leger, thans het rijk op bijna 6 ton sjaars komt te staan, berekend naar de brood- 7 O O

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 153