714
De laatste drie regels van die bladzijde zijn ons niet reclit duidelijk:
„terwijl bij eene schatting van 100 M. te ver door de grootere diepte
„der trefferruimte nog zelfs een deel van de kern des bundels wordt
„opgevangen". Vooreerst begrijpen wij de beteekenis niet van het
woord „grootere"-, en ook zal het van de diepte der trefferruimte af
hangen, of al dan niet een gedeelte van de kern des bundels wordt
opgevangen. Is deze 50 M. of kleiner dan zal de kern des bundels
daar buiten vallen, vergelijk het hiervoren aangehaalde le voorbeeld.
Pag. 378 en 379 Fig. 19 en 20.
Bij de berekening van het procent treffers wanneer het terrein
achter het doel rijst dan wel daalt ziet men spoedig, dat het ver
schil daarvan, met dat op horizontaal terrein, ontstaat door het resp.
hooger en lager worden der laatste afdeeling boven de vizierlijn.
Zou het voor die berekening daarom niet eenvoudiger zijn, op die
lijn de resp. grooter of kleiner geworden trefferruimte te bepalen en
deze te vergelijken met het gewone grondplan der trefferverdeeling?
De berekening van het kleiner of grooter worden der dieptespreiding
zal daarbij vervallen, b.v.
Fig. 19. Hoe groot zal de trefferruimte (op de vizierlijn) worden,
wanneer de hoogte van het doel boven de vizierlijn op 540 M. van
den schutter—met 0,7 M. wordt vermeerderd; dus hier gelijk
wordt aan 2,3 M. De trefferruimte op 540 M. voor staande infanterie-
46 M. 1,6: 2,3 46: s; x=66 M., derhalve de geheele treffer
ruimte 40 66 106 M; en deze ligt tusschen 500 en 606 M.
van den schutter gemeten op de vizierlijn.
Met het vizier van 550 M. zal dus verkregen worden 52,5°/0
in de diepte.
Fig. 20. Hoe groot zal de trefferruimte (op de vizierlijn) worden,
wanneer de hoogte van het doel boven de vizierlijn op 540 M.
van den schutter met 0,7 M. wordt verminderddus hier gelijk
wordt aan 0,9 M.
De trefferruimte op 540 M. voor knielende infanterie 31.5 M., 1.1
0.9 31,5x; x 26 M; en de geheele trefferruimte 40 26
66 M, welke gelegen is tusschen 500 en 566 M. gemeten op de
vizierlijn. Met het vizier van 550 M. zal dus verkregen worden
34°/o in de diepte.