718
En dat ik in deze meening niet alleen sta, blijkt mij, uit de te dien
opzichte in 't buitenland persoonlijk opgedane ondervinding en uit de
verhalen van kameraden, die in den vreemde in uniform hebben gereisd.
Mijzelf is het in België overkomen, dat mijn uniform door de officieren
van dat land hoogelijk is geprezen, terwijl een mijner kameraden in
costuum gekleed en met zijne fouragères om, te Keulen door zijn flink
en martiaal uiterlijk algemeenen opgang maakte.
Doch war, meer zegt, herhaaldelijk is bij de Pransche manoeuvres,
als officieren van nagenoeg alle natiën daarbij vereenigd waren, de
Nederlandsch-Indische uniform bijzonder gunstig opgevallen. Wel
erkenden de Fransche officieren, dat het costuum in zijn uitmonstering
op het kantje van te groote soberheid af was, doch met geestdrift
verklaarden zij, dat onder al de vergaderde bonte gewaden, dat van onze
koloniale officieren het meest gedistingeerd en het meest elegant was.
En hoe naïef het misschien ook moge klinken, ik geloof in gemoede
dat in deze uitspraak de beleefdheid geen al te groote rol heeft gespeeld,
Belangrijk is onze uniform in netheid vooruitgegaan door de be
paling, dat in groote tenue de blauwe broek zal worden gedragen,
want mag de witte pantalon al bijzonder luchtig en voor het gebruik
in de tropen geëigend zijn, ze is niet alleen onsierlijk doch ook
zeer ongekleed.
Dat vooral dit laatste door het officierskorps wordt ingezien, kan
blijken uit de omstandigheid, dat het gebruik van witte broeken, in
kleine diensten en gewone tenue, steeds geringer wordt, zoodat daar
mede de stilzwijgende erkentenis wordt afgelegd, dat een smaakvolle,
gekleede dos wordt verkozen boven een wel is waar zeer luchtig,
maar dan ook leelijk costuum.
Dat trouwens op de tegenwoordige blauwe beenbekleeding niets te
zeggen valt, kan alleen reeds blijken uit het feit, dat zij in de nieuwe
uniform onveranderd behouden blijft.
Een andere verbetering, onlangs in onze tegenwoordige kleeding aan
gebracht, is de afschaffing van de souspieds, belachelijker nagedachtenis.
Ik wil mij hier liever niet verdiepen in de oorzaken, die men zegt,
dat indertijd aanleiding hebben gegeven tot den maatregel om het
dragen van de voetriemen verplichtend te stellen, doch dat is zeker,
dat het officiersgeslacht van de laatste vijf en twintig jaren om die