INGEZONDEN
I
T. PANGLIMA TIBANG.
Geachte Heer Redacteur!
Vergun mij op het belangwekkende opstel yan den luitenant-kolonel
Vink, getiteld „Biografie van den Toekoe Panglima Maharadja Tibang
Mohamad" opgenomen in de 76 aflevering van den loopenden jaargang
van dit Tijdschrift, de volgende aanteekeningen te maken,
Kuim 60 jaren geleden werd Atjeh door een rond reizen den troep
Klinganeesche, uit Madras afkomstige goochelaars, dansers, enz. be
zocht, waarbij zich een jongetje van 6 a 7 jaar, Ramasami geheeten,
bevond, dat aardig wist te dansen en allerlei grappen verkocht.
Dit kereltje werd door den Hoeloebalang-Sultan „Toekoe Lamgoegoeb"
aangehouden en als kind dos huizes behandeld. Werd deze Hooloe-
balang uitgezonden of begaf hij zich naar den Kraton, dan moest de
grappenmaker Ramasami hem steeds volgen en voor hem zingen,
dansen en koken.
Toen eens de Hoeloebalang der III Moekims Kajoe Adang tegen
zijn Sultan was opgestaan, werd Toekoe Lamgoegoeb tegen den op
standeling afgezonden
Al spoedig had, nabij de kampong Tibang, een treffen met den
vijand plaats en werd deze, met achterlating van één doode, op de vlucht
gedreven. Door heldenmoed bezield, ging de Kling Ramasami, met
klewang en rentjong gewapend, dansende naar het lijk van den
verslagen vijand en bracht hij het eenige houwen en kerven toe
Naar aanleiding van dit heldenfeit gaf men hem schertsenderwijs den
titel van „T. Panglima Tibang" dien hij tot heden toe behouden heeft.