726
Kliugalees Ramasami, die inmiddels mahomedaan geworden was, haar
zóó te amuseereu, dat zij hem meê naar den Kraton nam. Hier wist hij
zich langzamerhand, door zijne handigheid in het bereiden van spijzen,
zijne grappen en door de kennis die hij zich van het ceremonieel
aan het Hof wist eigen te maken, zóó in den gunst van den Sultan
te dringen, dat de vorst hem herhaaldelijk noodig had. Na aan Tibang
wel eens de sleutels' van de pakhuizen te Pakan Atjeh toevertrouwd
te hebben, belastte hij hem wel-eens met het Sjabandarschap enz.
Toen Sultan Mahmoed Sjah zich, in 1872, een stoomschip wenschte
aan te schaffen, om daarmede tusschen Atjeh en de Straits handel te
drijven, werd aan eene commissie, bestaande uit Tekoe Akoeb, Tekoe
Nja Gam, Tekoe Nakodah Mat Said, Tekoe Nja Mohamad en Tekoe
Panglima Tibang, opgedragen om daartoe, eerst op de Westkust en
daarna op de Noord- en Oostkust den hassil op te halen en daarna
te Pinang of te Singapore een geschikt stoomschip aan te lroopen.
Op hunne reis langs de Noordkust troffen zij aldaar den Nederland-
schen koopman van Akkere aan, die hun den raad gaf om niet naar
de Straits, maar naar Riouw te gaan en daar een stoomschip yan den
Heer van Angelbeek te koopen, hetgeen hun veel goedkooper te staan
zoude komen.
Te Riouw aangekomen wist Tibang door te dringen tot den
Resident Schiff aldaar en dien ambtenaar, in het geheim, mede te
deelen, dat hij en de hem vergezellende Hoofden door den Sultan
van Atjeh waren gezonden om een verbond te sluiten met het N. I.
Gouvernement.
Met een van Z. Ms. oorlogsschepen naar Atjeh terugkeerend, werd
Singapore aangedaan. Terwijl de andere hoofden zich aan boord
ophielden, begaf Tibang zich daar naar den wal en bij een ouden
bekende, zekere T. Mohamad Arifin, een Benkoelees van hooge af
komst, die na uit Atjeh en Tringgano (Malakka) verdreven te zijn
spion van den consul-generaal Read was geworden en door wien
Tibang met eenige Europeesche autoriteiten kennis maakte.
Naar mij door wijlen T. Mohamad van Olehleh verzekerd werd
zou het den Amerikaanschen consul, kolonel Studer, door T. Tibang
voorgelegde contract, niet van den Sultan van Atjeh maar van Tibang
en Arifin afkomstig zijn!