731 standvastigheid te bezitten om dat sparen onder alie omstandigheden te zullen voortzetten; maar het is zoo verleidelijk, bij den minsten tegenspoed een gedeelte van het bespaarde geld af te nemen- En hoe dan als men eens plotseling komt te vallen en het benoodigde is nog niet voorhanden voor de weduwe? Is het dan niet beter bij tijds de noodige voorzorgen te nemen, zoodat de weduwe of de kinderen het verzekerde kapitaal, al hebt ge de contributie slechts eenmaal beiaald, onmiddellijk uitgekeerd krijgen. Ie wenschen is het dac vele vrouwen van officieren en ambtenaren dit schrijven onder de oogen krijgen, opdat zij er bij hunne echt- genooten op aandringen eene levensverzekering te sluiten, en zulks wijl zij het recht hebben te eischen, dat haar lot en dat van hare kinderen verzekerd zij; een recht, dat zij te eerder heefc, omdat zij toch voornamelijk de persoon is, die de uitgaven regelen moet naar het inkomen en er dus geen onoverkomelijk bezwaar in zal zien, die contributie op de uitgaven te bezuinigen. Om een enkel voorbeeld aan te halen, veronderstel ik, dat een gehuwd luitenant, ongeveer vijf jaar in Indië zijnde en 28 jaar oud, nog 15 jaar te dienen heeft alvorens zijne aanspraak op pensioen te kunnen doen gelden. Hij wenscht bij zijne pensionneering over vijftien jaar een kapitaal van f 5000 in handen te hebben dan wel dat een kapitaal tot dat bedrag bij zijn eventueel overlijden aan zijne weduwe of hare kinderen worde uitbetaald hij betaalt daarvoor volgens tarief 5 van de Eerste Nederiandsche verzekeringsmaatschappij f 328,50 premie per jaar, weke premie nog wordt verminderd met het aandeel dat hij bekomt in de jaarlijks te behalen winst. Hij betaalt dus in die 15 jaar in 't geheel f 4927,50 min het aan deel in de winst en krijgt daarvoor uitbetaald f 5000. Wil men de contributie tot 20 jaar uitstrekken, dan betaalt men jaarlijks f 255,50. Bij eventueele vestiging in Nederland wordt die contributie aanmerkelijk minder. Hopende door het bovenstaande velen onzer vroegere krijgsmakkers attent te hebben gemaakt op hun toekomstig lot, wat ondergeteekeude van nabij heefc leeren kennen, maar vooral hunne echtgenooten de oogen te hebben geopend voor het nemen van een maatregel waar- Bi. II, 1892. 48

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 182