567
gevolgen, bij een regeeringsfonds de dwang met de zijne. Bij dezen
dwang tot deelneming moeten noodzakelijk de voordeelen die aan de
vrijheid zijn verbonden worden prijsgegeven. Dan toch moeten vooraf
de pensioenen worden vastgesteld, die afhankelijk van den rang maar
onafhankelijk van den leeftijd zullen uitbetaald worden en daarnaar de
contributiën zoodanig worden geregeld, dat voortdurend evenwicht
blijft tusschen inkomsten en uitgaven. In dat geval moeten ook de
contributiën naar vaste regelen worden omgeslagen en niet als ver
anderlijke premiën van levensverzekering worden beschouwd.
Wordt derhalve tot de instelling van een nieuw fonds besloten,
dan komt het mij wenschelijk voor, zoo weinig mogelijk van de be
staande regeling af te wijken. Hierboven werd reeds opgemerkt dat
de oorspronkelijke regeling zeer voldoende was en slechts de latere
ingrijping den achteruitgang heeft teweeg gebracht. De hoofdbe
palingen der oorspronkelijke regeling hebben wat de pensioenen betreft
geen klachten uitgelokt, althaDS daarvan is mij in de vele mij
toegezonden stukken niets gebleken. Wel ontstonden bezwaren tegen
de doorloopende contributie, die te hoog werd geacht toen het kapitaal
grooter werdte kwader uur werd aan deze klachten gevolg gegeven
en daardoor het fonds in gevaar gebracht. Evenmin behoeft een
andere klacht, die zoo dikwijls wordt aangeheven, zwaar te wegen.
Het is deze, dat ook ongehuwde officieren worden gedwongen hunne
bijdragen in het weduwenfonds te storten, waaruit zij nooit iets
trekken. Deze klacht wordt ook ten opzichte van andere gelijk
soortige fondsen, zooals het pas ingestelde weduwenfonds voor bur
gerlijke ambtenaren, geuit, doch zij missen voldoenden grond. Want
waar alle deelhebbers betalen voor de kans om uit het fonds te trekken
in den vorm van weduwen- en weezenpensioen, bestaat deze kans
evengoed voor de ongehuwde als voor de gehuwde deelhebbers. Ook
de laatsten verliezen de kans wanneer de vrouw overlijdt en de man
ongehuwd blijft, de weduwnaar op hoogen leeftijd heeft mede jaren lang
bijgedragen en toch alle kans op voordeel uit het fonds verloren. De
ongehuwde deelt in de kansen, zoo goed als de gehuwde, hoe ver
stokt hij zich aanvankelijk tegen het huwelijk moge verklaren,
dikwijls zien wij hem op later leeftijd aan zijn stelregel ontrouw worden
en huwen. En dan is de kans voor hem nog meer waard dan voor