744 In die gamellen werd het eten sectiesgewijze verdeeld in de keukens een der groepscommandanten van iedere sectie nam het op de chambrée van den sergeant van de week in ontvangst en verdeelde het onder zijne onderhebbenden. Het was werkelijk een lust om te zien, hoe netjes en ordelijk dat alles toeging en hoe smakelijk die blozende Hollandsche jongelingschap zat te smullen. "Wegens te geringe getalsterkte van de compagnieën wordt in Holland bataljon8gewijze menage gevoerd. Het aanschaffen van borden en gamellen geschiedde ten koste van de menages. De kosten van aanschaffing moeten onzes inziens echter door het rijk worden vergoed, omdat de belasting hiermede, op de menages te zwaar drukt. Het reinigen van gamellen en borden kost zeker niet meer moeite, dan dat van de eetketels; hiervoor zijn trouwens in de kazerne vrouwen te vinden, die dit voor een gering bedrag gaarne doen. Het eerste aanschaffen van een en ander zou aan het rijk wel eenig geld kosten, doch na verloop van eenige jaren zouden, naar onze bescheiden meening, die onkosten er wel grootendeels uit gehaald kunnen worden. Tegenwoordig toch wordt aan elk minder militair, om de twee jaren een eetketel verstrekt, terwijl dit tijdperk voor de onderofficieren op zes jaar is vastgesteld. Neemt men nu aan dat de soldaat, bij uitsluitend gebruik te velde en op wacht, zijn eetketel in 4 jaren verslijt, dan heeft men in die 4 jaren per man f 0.53 (de kosten van een eetketel) disponibel, voor het aanschaften van gamellen en borden. Deze som per man zal nu wel niet geheel voldoende zijn om de kosten van aanschaffing te dekken, doch veel zal daarbij niet gevoegd behoeven te worden. Zeer zeker weegt het voordeel tegen het geldelijk nadeel op. Hoe een en ander zou moeten worden geregeld om de aanschaffing zoo goedkoop mogelijk te doen zijn, zullen wij overlaten aan de intendance. Alvorens echter tot eene definitieve regeling over te gaan, verdient het aanbeveling, om bij een der bataljons proeven te nemen. Hiertoe zou dan eene commissie benoemd moeten worden, bestaande uit personen, die bekend zijn met het borden-en gamellenstelsel van eenig ander leger, b. v. van het Nederlandsche. Hoofdzaak hierbij is, dat de commissie voor zich zelf doordrongen is van het goede van de zaak waarvoor zij werkzaam is, want daarvan toch hangt dikwijls het al of niet slagen van de te nemen proef af.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 195