756 IV. Het doorzoeken van het terrein. a. Overbrengen van berichten en patronen in begroeide terreinen, waarbij desnoods aanvankelijk tusschenpersonen kunnen geplaatst worden, die den hond verder wijzen, totdat hij bij het doel gekomen is. b. Op den weg, dien de hond doorloopen moet, een Inlandsch soldaat in werktenue en gewapend met zweep of stok posteeren, die in last heeft den hond tot zich te lokken, en, zoo hij daaraan gevolg geeft, met zweep of stok te verdrijven. c. De africhter neemt den hond mede op een begaanbaren weg en eischt, dat hij bij hem blijft loopen, zoolang hij (de africhter) zulks verkiest. Alsnu wordt hem de parforce-band aangedaan met een lange lijn van 30 passen en den hond op het commando madjoegelast vooruit te loopen. "Wil hij zich in den aanvang niet verwijderen, dan voert de assistent africhter hem hardhandig bij een korte lijn, die eveneens aan den parforce- band bevestigd is mede tot zoover de lange lijn zulks toelaat, en zulks onder het herhaald commando madjoevan den africhter. Deze beweegt zich inmiddels voorwaarts en tracht den hond op den bevolen afstand te houden door het commando madjoewanneer door diens stilstaan de afstand vermindert of door een ruk aan de lijn en het commando deketwanneer de hond zich te ver wil verwijderen. De assistent-africhter is bij een en ander behulpzaam. Hij laat de korte lijn slepen, zoo de hond het commando van den africhter opvolgt, neemt deze lijn evenwel op en trekt hem vooruit, zoo hij weigert afstand te houden. Nu en dan houdt de assistent-africhter den pas in of loopt den hond vooruit om hem te wennen zich niet naar hem te regelen. Bij herhaling roept de africhter den hond met „mari sinV terug, loopt eenigen afstand met hem naast zich voort en zendt hem daarna op het commando vmadjoeop den bepaalden afstand vooruit. d. Den hond volgens de bij punt a aangegeven wijze op een weg brengen, waarvan het terrein rechts en links niet begroeid is met struiken of boomen, maar met alang-alang of ander licht gewas, waaraan de lijn niet blijft haken. Door een stoot op het tirailleurfluitje en een lichten ruk aan de lijn den hond noodzaken om naar den africhter te zien en door een hand beweging naar de rechterzijde aanduiden, dat de bedoeling is, dat de hond zich rechts van den weg voortbeweegt. In den aanvang zal de hond zulks niet begrijpen en moet de assistent

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 207