774
Artikel 7. Het algemeene plan van elke manoeuvre zal uiterlijk
den dag te voren aan de scheidsrechters worden meegedeeld.
De inlichtingen omtrent de tegenpartij moeten beschouwd worden
als van vertrouwelijken aard te zijn.
De Chef van elke groep arbiters zal onmiddellijk de verschillende
opdrachten over zijne scheidsrechters verdeelen, die zich alsdan kunnen
voorbereiden door den toestand en het terrein te bestudeeren; zij
mogen de troepen in het terrein voorafgaan. Verder zullen de rust
dagen hen gelegenheid geven om de verschillende gevechtsterreinen
te verkennen.
Artikel 8. Elke Chef van een groep scheidsrechters moet den
bevelhebber van de partij, waaraan hij is toegevoegd, bij het begin
der manoeuvre inlichten aangaande de opdrachten, die hij aan zijne
arbiters en adjuncten heeft gegeven.
Artikel. 9. De algemeene leider der manoeuvre zal in alle om
standigheden hoofdarbiter zijn, aan wien de Chefs der arbiters en de
speciale scheidsrechters voor de artillerie en de cavalerie onmiddellijk
alle quaestiën zullen onderwerpen, waarin zijne hoogste beslissing
noodzakelijk wordt geacht".
Voor het Indisch leger bestaat nog geen officieel voorschrift voor
manoeuvres van twee partijen tegenover elkander, dat bindend is
voor alle wapens.
Voor de Infanterie bevat het voorschrift tot het houden van
oefeningen in de 28 t/m 34 eenige wenken, doch deze zijn voor
de practijk ten eenenmale onvoldoende.
Toen dan ook in het jaar 1888 in de 2e Militaire Afdeeling op
Java groote manoeuvres met alle wapens moesten gehouden worden,
werd aan de officieren een voorschrift verstrekt, dat tot aanvulling
diende van de hiervoren genoemde paragrafen van het voorschrift
tot het houden van oefeningen.
Het voorschrift voor de manoeuvres in 1888 bevat zeer veel goeds
en zou, eènigszins gewijzigd en aangevuld, tot een goeden algemeenen
leidraad zijn om te werken (1).
(1) Het voorschrift is opgenomen in het Ind. Mil. Tijdsch. 1889, Ie deel, bladz. 286.