775
Van officieren, die de manoeuvres in 1888 bijwoonden, vernamen
wij de volgende opmerkingen:
1° dat het aantal scheidsrechters bij elke partij, in verband met
moeielijk terrein, te gering was om overal tijdig in twijfelachtige
gevallen te beslissen of onwaarschijnlijkheden te voorkomen;
2° dat een te ruim gebruik werd gemaakt van het doen optreden
van gemarkeerde afdeelingen
8° dat dikwerf te weinig rekening werd gehouden met de vuur-
uitwerking der tegenpartij en bewegingen werden voortgezet, die in
de werkelijkheid door dat vuur zouden zijn tot staan gebracht (1).
Dezelfde en nog vele andere fouten worden echter ook begaan bij
de manoeuvres van andere legers. Wij verwijzen daarvoor o. a.
naar de voordracht van den ritmeester Wüppermann in deVereeni-
ging ter beoefening van de krijgswetenschap, jaargang 188788,
bladz. 365naar het opstel in het Ind. Mil. Tijdschrift 1888, bladz. 526,
overgenomen uit Streffleur's Oesterreisch. Mil. Zeits.; zoomede
naar de hiervoren vermelde beschouwingen in L'avenir militaire.
Ook bij de manoeuvres op kleiner schaal, gedurende de laatste
twee of drie jaren in de le Militaire Afdeeling op Java gehouden,
waarvan wij er eenige als toeschouwer bijwoonden, zagen wij de
oude fouten telkens terugkeeren en bij gebrek aan een voldoend
aantal scheidsrechters dikwerf ongestraft blijven, d. w. z. de afdeeling,
die eene groote tactische fout beging, werd niet onmiddellijk door
een scheidsrechter buiten gevecht gesteld.
Wij achten het daarom dringend noodig, dat voor ons leger een
algemeen voorschrift op het houden van manoeuvres van twee partijen
tegenover elkander worde uitgegeven, welk voorschrift bindend moet
zijn voor alle wapens en dus niet in een reglement voor de Infanterie
moet worden opgenomen.
Het voorschrift voor de groote manoeuvres in 1888 kan daartoe tot
leidraad dienen, terwijl verder met vrucht kunnen geraadpleegd worden
1. het Voorschrift tot het houden van groote manoeuvres voor het
Nederlandsche leger;
(1) In het Lid. Mil. Tijdschrift 1888, lie deel, bladz. 357, komt een: „Praatje
over deze manoeuvres" voor, waarin echter geen critiek op de tactische handelingen
geleverd wordt.