786 van de gevangenen onder persoonlijk toezicht van den transport commandant. Tusschen elk koppel gevangenen wordt ongeveer 5 X tusschenruimte gelaten. Ieder geleider marcheert achter zijn gevangenen. Zijn de twee laatste gevangenen bijna midden tusschen de beide oevers, dan begint ook het overige der hoofdmacht den overtocht. Alle troepen marcheeren in een front zoo breed als de waadbare plaats toelaat, de gevangenen daarentegen koppelsgewijze achter elkander, ten einde beter de orde te kunnen handhavenook levert deze vorm minder gevaar op als onverhoopt van de wapenen moet gebruik gemaakt worden. De achterhoede volgt de beweging als de hoofdmacht bijna de rivier over is. Op den linkeroever wordt de marsch langs het paardenpad voortgezet. Bij de hoogtelijn -J- 496, waar ook eene waterloop den te volgen weg doorsnijdt, gaat de commandant der voorhoede met 1 Eur. en 3 Inl. fuseliers in Noordelijke richting en marcheert hij zoo moge lijk door het Oostelijk gedeelte van het bamboebosch of anders langs den rand. Het overige der voorhoede volgt den weg. Iets voorbij het punt waar de weg bijna een rechten hoek maakt (de hoogtelijn -j- 506 raakt het hoekpunt) gaan 1 Eur. en 2 Inl. fuseliers als rechter-doorzoekingspatrouille in Noordelijke richting. Deze patrouille marcheert op 25 M. ten Oosten van en evenwijdig aan den weg om het Westelijk gedeelte van het ter rechterzijde van de marschrichting gelegen kreupelbosch, waarmede de afioopende hellingen bedekt zijn, te doorzoeken. Eén Inl. fuselier blijft op den weg als verbinding tusschen de beide patrouilles waarin de voorhoede zich thans heeft opgelost. Ontvangen teekens seint hij over aan de hoofdmacht. De linker-doorzoekingspatrouille verkent de kleine kampong Bab. Saukalie. Het door paggers omsloten terrein is daar binnen geheel open en dus gemakkelijk te overzien; van meer belang zijn de paggers zelf, die wellicht voldoende gezichtsdekking opleveren voor in hinderlaag liggende benden. Bij het punt waar het Noordwaarts voerende voetpad het paardenpad ontmoet, verzamelt zich de voorhoede en slaat zij bedoeld voetpad in. Ten Westen van dezen weg is het terrein begroeid met alang-alang,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 237