790 en neemt 80100 M. ten Noorden van de voorhoede stelling, front naar het bosch en daarvan 40 M. verwijderd. Aldus wordt door het afwisselend stelling nemen dezer beide afdeelingen de linkerflank gedekt. De reserve volgt met de gevangenen het paardenpad en zendt ter goeder tijd een doorzoekingspatrouille uit om het Oostwaarts van den weg gelegen bosch te doorzoeken. Een der beide afdeelingen, die de linkerflank beschermen, houdt het paardenpad bezet, hetwelk uit het AVesten komende bij hoogtelijn -)- 518 den te volgen weg ontmoet. Is alles voorbij getrokken, dan volgt zij nu als achterhoede. Voor het overige van den marsch wordt zoowel het terrein in den rug als in de linkerflank goed in het oog gehouden. De achterhoede behoudt thans eene grootere sterkte. Jhr. H. A. A. Meijer, le Luit. cler Inf.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 241