798 Zie, dat noem ik nu eens iemand verpletteren door de kracht zijner argumeutenImmers de voorstanders van het heksenproces en de pijnbank stonden ook niet alleen in hun meening. Evenzoo de vroegere en tegenwoordige jodenvervolgers. Alzooleve het heksenproces, leve de pijnbank, leve de jodenvervolging! De welwillende lezer, die later te vergeefs mocht zoeken naar een antwoord van mij op de uitvallen van Metis, gelieve te bedenken, dat een mensch, na het ontvangen van zulke mokerslagen, niet geregeld meer kan denken. Een andere nieuwigheid volgens het betoog van Metis is, dat de advokaat-fiskaal niet zeker is van zijn meening, omdat hij verzoekt, maar niet gelast. Wat zijn wij militairen toch weinig geletterd, zoo zuchtte ik bij het lezen van dezen bewijsgrond, want nog slechts weinige weken geleden ontving ik een dienstbrief van een hooge militaire autoriteit, waarin mij gewezen werd op het niet nakomen van een reglemen taire bepaling en daar stond me nu waarachtig in: Uedelgestrenge gelieve voor den vervolge enz. Gelukkig weet ik nu, dat ik mij van dergelijke verzoeken niets behoef aan te trekken; als het ernstig gemeend is, zal het wel gelast worden. En hiermede vermeen ik den lezer de beslissing te mogen over laten, welke waarde kan worden toegekend aan de mij voorgezette argumenten. Wanneer men in een betoog iets kan bewijzen met aanhoudend kloppen op hetzelfde aanbeeldde weinige kennis van den tegenstander, dan voorzeker is die waarde zeer groot. Of Metis geleerd zal hebben, dat het zeer gemakkelijk is van iemand te schrijven, dat hij langwijlig betoogt, dat hij niet ernstig studeert, dat hij voorloopig maar beter doet te zwijgen enz., dat weet ik niet. Wèl weet ik, dat ik bij het schrijven van deze regelen een muzikalen buurman hoor zingen Es war so schön gewesen, Es hatt nicht sollen sein. G.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 249