800 Het aantal aanslagen in de achterste schijf (0.59 M.) moet ge lijk zijn aan een gelijk aantal treffers in de voorste, gelegen boven eene lijn, evenhoog boven den grond getrokken, als de vluchthoogte op dien afstand bedraagt van de baan, waarvan de dracht door de grens der nuttige aanslagen (in de achterste schijf) bepaald wordt. De hierbedoelde vluchthoogte was dus die van 300 M. in de baan van 388 M. (40012); zij bedraagt nagenoeg 1.4 M.; de boven bedoelde strook was dus 1.6 1.4 0.2 M. breed. Zooals ik reeds hiervoren zeide, was het aantal daarin gelegen treffers gering in verhouding van het aantal aanslagen in de achterste schijf (0.59 M.). Weliswaar heb ik noch die treffers, noch die aanslagen nauwkeurig geteld, doch ook zonder dit, was het verschil zeer goed op te merken. Na eenig nadenken over de mogelijke oorzaak van dit verschil kwam ik tot de volgende oplossing. De vluchthoogten zijn berekend boven, de bestreken ruimten (I. M. T. Bundelvuur pag. 246) op de vizierlijn. Wanneer eene open compagniescolonne in staande houding op 300 M. wordt voorgesteld door schijven, wordt de achterste schijf op 100 H. van de voorste geplaatst, omdat de vluchthoogte op 300 M. in de baan van 400 M. gelijk is aan 1.6 M. boven de vizierlijn. Op de achterste schijf wordt op 0.59 M. boven den grond eene streep getrokken, omdat van de baan, die op 340 M. (de achterste sectie staat op 340 M.) eene vluchthoogte van 1.6 M. heeft (de baan van 340 -|- 85.5 425.5 M.), de vluchthoogte boven de vizierlijn op 400 M. gelijk is aan 0.59 M. In knielende houding vurende, is de aanslaghoogte 0.8 M. (I. M. T. Bundelvuur pag. 318). De vizierlijn, welke van uit deze houding op den afstand van 300 M. den bodem snijdt, ligt 100 M. verder °p i X 0.8 0.266 M. daarbeneden aannemende dat de projectie van deze lijn op den grond eene rechte lijn is. Nu stelde ik me de volgende vraag: De baan, die op 300 M. eene vluchthoogte heeft van 1.6 M., snijdt op 400 M. de vizierlijn waar zal deze baan den grond treffen, indien deze laatste zich op 400 H., 0.266 M. boven de vizierlijn verheft.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 251