805 Om zoo nauwkeurig mogelijk de dracht van de baan B te be palen, berekent men op zooeven gezegde wijze de vluchthoogten in die baan op 400 en 450 M; deze zijn op 400 M: 1.14 X 400 M. 1.14 0.4 0.74 M.; en op 450 M.0 X 450 M. 0.45 M. Het gedeelte van de vizierlijn, gelegen tusschen 400 M. en het punt waar deze door de kogelbaan gesneden wordt, gelijk x stellende, heefc men: 0.74: x 0.45: 50 x; waaruit x=31 H. en baan B dus 431 M. Deze berekening geeft met de daar voorafgaande de volgende verschillen: de achterste schijf komt op 388 M. in plaats van op 386 M. te staan; haar hoogte is 0.711 M. in stede van 0.76 Mde dracht der baan is 431 in plaats van 431.5 M. Om der eenvoudigheidswille, zou ik me echter liever bij de eerste berekening houden. Naarmate de afstanden, waarop gevuurd wordt, toenemen, wordt de hoek, dien de vizierlijn met hare projectie op den grond maakt, kleiner (het hoekpunt gelegen in den voet der voorste schijf). De afstand van deze lijn tot den grond wordt op gelijke afstanden achter de voorste schijf kleiner, in omgekeerde reden van de grootte dier afstanden. Daar bovendien, met het toenemen daarvan, de trefferruimten achter de voorste schijf zeer in lengte afnemen, zoo zal de plaatsing der achterste schijf op de manier als in het opstel Bundelvuur is aangegeven op groote afstanden slechts weinig verschil opleveren met de hier aangegeven wijze. Zoo zal in staande houding vurende op eene colonne, wier voorste afdeeling 700 M. van de schutters verwijderd is, de achterste schijf slechts ruim 1 H. dichter bij de voorste geplaatst behoeven te worden, dan in de tabel der trefferruimten is aangegeven. In de meeste garnizoenen echter zal het schietterrein niet toelaten op zulke afstanden te vuren en moeten we al zeer tevreden zijn, als we de voorste schijven op 400 M. van de schutters plaatsende nog ruimte genoeg over hebben om vóór den kogelvanger eene tweede rij schijven te kunnen opstellen. Om het verkregen procent treffers te kunnen toetsen aan dat, het welk met schutters van eene bepaalde soort verkregen zou kunnen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 256