806
worden, moeten de standplaatsen der schutters en der voorste en
achterste schijven in één vlak liggen. Bestaan er verschillen, dan
moeten deze bekend zijn en bij het bepalen van het te behalen
procent in rekening gebracht worden. Aangezien sommige schietter-
reinen eenige overeenkomst hebben met de baan eener Montagne
Russe, zou het aan te bevelen zijn, sommige punten zoodanig te
uivelleeren, dat deze voor het plaatsen der schijven, bij eeue geza
menlijke vuuroefening op diepe doelen, gebruikt konden worden.
Men zal zich dan weliswaar tot een beperkt aantal dier oefeningen
moeten bepalen; doch dit is toch beter, dan er in het geheel geen
te kunnen houden; of wel zich steeds met een doel in bataille te
vreden te moeten stellen. De militaire commandant alhier heeft
reeds last gegeven tot een onderzoek om na te gaan in hoeverre het
hierbovenstaande op dit schietterrein uitvoerbaar zal blijken.
Men zou ook op zekeren afstand vóór den kogelvanger, bijv. 125 M'
eenige bamboekokers in den grond kunnen doen plaatsen, tot opne
ming der voorste schijven, en daarachter op verschillende punten
dergelijke kokers tot plaatsing der achterste schijven. Op die kokers
moeten de afstanden tot de voorste schijven zijn aangegeven. De
hoogteligging dier punten ten opzichte van de mogelijke standplaatsen
der schutters en der voorste schijven (125 M) moet nauwkeurig be
paald worden. Zijn nu de achterste schijven van lange bamboestijlen
voorzien, waarop, van den onderkant der schijf gerekend, een ver
deeling in dM. is aangebracht, dan kunnen die schijven zoo geplaatst
worden, dat de onderkant met dien der voorste schijven en de voe
ten der schutters in eene lijn liggen. Tot het opvangen der aansla
gen, moet de voorste schijf met haren onderkant op den grond rusten.
Voor den afstand van 300 M., vurende in staande of knielende hou
ding, zouden dus kokers geplaatst moeten worden resp. op 79 en
86 M. v/d voorste schijf. Eenvoudig zijn deze voorbereidende maat
regelen niet maar ze zijn weinig kostbaar terwijl het nivellee-
ren van het terrein, uit een financieel oogpunt, bezwaren zou opleveren.
Het berekenen van de opstuitingshoeken der ricochetschoten uit
zonderende, houdt de schrijver van het Bundelvuur zich bij de stel
ling, dat de vizierlijn op den grond ligt. Practisch nadeelige gevolgen
zal de mindere juistheid dier stelling niet hebben. Alleen bij het