574
den aanvang af alle gevaar voor het evenwicht van het fonds ter zijde
gesteld en zijn daarbij oudere en jongere officieren aan evenredige
lasten onderworpen.
Evenwel onder ééne voorwaarde. Zij is deze, dat om de vijf jaren
de zoogenaamde „wetenschappelijke balans" van het fonds worde
opgesteld en daarnaar de doorloopende contributie voor het volgende
vijfjarige tijdperk vastgesteld. In elk geval is deze maatregel hoogst
wenschelijk, ja onmisbaar te noemen. Ook hier wordt dit door de
ervaring geleerd. Indien de toestand van net bestaande fonds door
deskundigen tijdig ware onderzocht, zou de achteruitgang zijn tegenge
houden en ware de treurige toestand, die hier werd blootgelegd,
achterwege gebleven. Het deskundig onderzoek zou gewaarschuwd
hebben tegen uitkeeringen uit de reserve aan een ander fonds, maar
vooral zou het den maatregel van 1862 hebben tegengehouden. Om
dus voor het vervolg dergelijke handelingen te voorkomen, is een
periodiek onderzoek noodzakelijk.
Zoowel levensverzekering-maatschappijen als pensioenfondsen moeten
zich hieraan onderwerpenbij de groote maatschappijen geschiedt
het elk jaar voor de balans, bij het weduwenfonds der burgerlijke
ambtenaren is het deskundig onderzoek om de 5 jaren voorge
schreven. Zoo mag hetzelfde voorschrift hier allerminst ont
breken. Door dit onderzoek zal de sterftekans van officieren en van
hunne vrouwen en kinderen beter dan tot dusver aan het licht
komen, maar bovenal zal voor het evenwicht van het fonds worden
gewaakt. Bij de minste afwijking in ongunstigen zin, zullen maat
regelen kunnen genomen worden om den wagen in het rechte spoor
terug te brengen. Mocht dan (wat ik wel verwacht) blijken dat de
doorloopende contributie a 6 pet. te hoog is gesteld, ook met inacht
neming van den verlaagden rentevoet, zoo kan tot vermindering'
worden overgegaan. Dan zou het overweging verdienen die vermin
dering in de eerste plaats op de pensioenen toe te passen. En daar
in de eerste jaren voornamelijk jeugdige, in actieven dienst verkee-
rende deelhebbers worden opgenomen, zal de gelegenheid ruimschoots
voorhanden zijn om de vermindering van contributie voor gepension-
neerden toe te passen, zoodat allen, die in dien toestand komen, de
voordeelen der reductie genieten.