828 Dit nu is gemakkelijk te bereiken, indien men de correctie voor de le grens 5 L. S50. neemt (nauwkeuriger 5,1 L. S50 en tusschen het eerste plus- en het eerste minschot driemaal halveert. De nauwe grens is dan S50. Men moet dan nog éénmaal halveeren en met de laatste opzethoogte, d. i. die, welke voor zoover uit de twee nauwe grensschoten valt af te leiden, een maximum van trefkans op het doel geeft, doorvuren. Alleen dan, wanneer met zekerheid is waargenomen, dat de afwijking van het eerste schot klein is, b. v. bij een treffer, verdient het ter besparing van munitie en tijd'aanbeveling met i/s correctie der eerste grens vooruit of terug te gaan, en daarna eens te halveeren. Beschouwen wij thans de wijze, waarop "het ontwerp reglement te werk gaat. „De Leidraadging (en het tegenwoordige ontwerp heeft daar in geene verandering gebracht) bij het bepalen van de correctie der eerste grens alleen uit van den practischen eisch, dat deze correctie minstens gelijk moet zijn aan 4 L.S50 en liefst iets grooter, met het oog op de onvolledige kennis betreffende den afstand van den vuurmond tot het doel. De correctie der le grens werd alzoo ge lijk genomen aan 4 L.S50 -j- -j0 vaa dien afstand. Dit laatste getal is eenigszins willekeurig, en wij tarten een ieder het bewijs te leveren, dat 4 L.S50 of TV afstand tot het doel slechter resultaat zou geven. Voldoet dus ook de regle mentaire correctie der le grens aan den practischen eisch, dat zij iets grooter moet zijn dan de totale spreiding, uit een theoretisch oogpunt beschouwd is zij vrij wel willekeurig. Door tweemaal te halveeren komt het reglement tot twee opzet- hoogten, die beide trefkans op het doel geven, doch geenszins de maximum trefkans. Het Onderzoekt dan verder of de kleinste dier beide opzethoogten goede resultaten doet verwachten, en handelt, indien dit niet het geval is, op overeenkomstige wijze ten aanzien van de opzethoogte van het andere nauwe grensschot. De moge lijkheid, dat een dier twee opzethoogten de juiste zal zijn, is volstrekt niet buitengesloten; de waarschijnlijkheid echter blijkt uit niets, en het is waarschijnlijk zelfs, dat eene andere opzethoogte de voorkeur verdient. Het reglement erkent dit dan ook stilzwijgend door daar-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 279