MILITAIRE BAKKERIJEN VOOR NEDERLANDSCH-INDIË.
Organisatiebeheer en inrichting.
In beide voorgaande opstellen zijn reeds enkele beginselen genoemd,
waarvan, naar onze meening, moet worden uitgegaan, bij het oprichten
van militaire bakkerijen in Indië. Al zjjn zij niet op dezelfde wijze
verdedigd als in de stukken onzer voorgangers op dit gebied, toch
zullen de lezers hier en daar oude bekenden daarin ontmoet hebben.
Ook in hetgeen volgt zal dit het geval wezen. Zoowel wij, als de
onbekende schrijver in den Indischen Tolk, wiens artikel verscheen
enkele maanden, nadat wij onze studie over dit onderwerp hadden
voleindigd, hebben gedeeltelijk op het werk dezer voorgangers gebouwd.
Vandaar dat wij in onze ontwerpen voor den dienst menigmaal
zullen samengaan.
De grondbeginselen, neergelegd in onze beide vorige stukken,
samengevat, luiden: wenschelijkheid vaD een door stoom gedreven
centralen molen, en van enkele machinale bakkerijen; de eerste te
Buitenzorg of te Magelang, de andere in de groote garnizoenen, of
de aan spoorwegen gelegen garnizoenscentra (1).
In garnizoenen, niet gelegen aan spoorwegen en te klein om zelf
of te ver verwijderd van andere posten om gezamenlijk een machi
nale bakkerij te werk te kunnen stellen, zouden aannemers kunnen
werken, onder verplichting van gouvernementsmeel te bezigen.
Aanschaffing van tarwe te Calcutta, het aanhouden van voorraden
graan en meel, te zamen voor de behoefte van 11/2 jaar in Indië,
aanwending van Europeesch technisch personeel voor het beheer, en
van Inlanders en Chineezen voor hulppersoneel bij den molen en de
bakkerijen, zijn de andere eischen, die gesteld werden.
Bij het uitwerken dier beginselen stellen wij ons voor te behandelen
Dl. II, 1892. 55
(1) I. M. T. 1885, I p. 141. Yegov. Het Brood als voedingsmiddel van den soldaat.