848 geland ingevoerd wordt en dus noodeloos dure scheepsruimte vergt. Dit wetende, zou men geneigd zijn bij de aanschaffing van Indisch graan een voorwaarde te stellen, die in dit gebrek te gemoet zou komen. Hiervoor zou evenwel een nieuwe tusschenhand bij de aanschaffing noodig zijn, hetgeen zou maken, dat de kosten voor den aankoop stijgen. Om de uitvoering dier voorwaarde te verzekeren, ware controle bij de levering noodig, die andermaal de onkosten zou komen vergrooten. Die voorwaarde zonder controle ware erger, dan haar niet te stellen, want zij zou maken, dat men betaalde, alsof zij werd uitgevoerd, zonder dat dit laatste nochtans gebeurde. Zijn de vaste prijzen, die men aannemers betaalt, altijd hoog, daar dezen zich niet alleen moeten dekken tegen verlies door stijging van de markt, maar ook een winstprocent berekenen, de kosten zouden nog stijgen door beperkende leveringsvoorwaarden. Eindelijk zouden in dit bijzonder geval door de groote afstanden, waarop men de keuringscommissiën zou moeten uitzenden, de anders betrekkelijk geringe kosten daarvan wel eens den beker kunnen doen overloopen. Men zou door dit alles geraken tot zulke hooge aaukoopsprijzen, dat daarmede het voordeel van militaire bakkerijen grootendeels verloren zou dreigen te gaan. Het ligt dus voor de hand om bij de aanschaffing van het Indisch graan het stelsel van aanbesteding te laten varen. Men zou hierdoor in geen nadeeliger omstandigheden komen dan de particulier, die ook zuivere grondstof voor zijn brood verlangt, en die door den lageren prijs van die graansoort in staat is, dit een reiuiging te doen ondergaan, waardoor het met de zuiverder granen van Europa, Australië en Amerika kan concurreeren. Wil de Staat profiteeren van de voor- deelen van de Indische graanmarkt, dan dient hij ook dat graan aan te schaffen volgens de plaatseljjke handelsgebruiken. Wel is waar, zou men hierdoor in strijd komen met het beginsel, neerge legd in art. 38 van de Ind. Compt. Wet, maar hieraan ware te gemoet te komen door het G. B. van 20 April 1874, n°. 14 (Ind. Stsbl. n°. 73) Sub. E. ten 2e. in dien geest uit te breiden, en te bepalen, dat „wegens den aard der behoefte" behalve voor de levering van paarden en trekbuffels geen aanbesteding zal worden gehouden voor die van tarwe voor de militaire bakkerijen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 299