850
Yoor de Indische granen zou proefondervindelijk de verhouding
moeten worden vastgesteld, waarin de beide tarwesoorten moeten
worden aangeschaft, en het minimumgewicht moeten worden bepaald,
dat zij zouden moeten halen. Hierbij zou dan niet uit het oog ver
loren mogen worden, dat het gewicht der tarwesoorten veelal toe
neemt naar het Zuiden en dat de weersgesteldheid een zeer grooten
invloed op het gewicht der granen heeft. Met het oog op dit laatste
wordt dan ook in Frankrijk, niet zooals in Nederland voor altijd,
maar elk jaar voor elk gewest het minimum gewicht der verschil
lende graansoorten vastgesteld. Is dit mogelijk en betrekkelijk ge
makkelijk, waar de protectionistische bepaling bestaat, dat zooveel
mogelijk Inlandsche granen voor het leger moeten worden aange
schaft, wellicht zou dit moeilijker zijn met buitenlandsche tarwe bij
het ontbreken van een graanmarkt in onze bezittingen.
II
Zooals wij reeds aangaven, behoort de militaire molen te Magelang
te worden opgericht, en zou alleen het uitblijven van een spoorge-
legenheid naar dit garnizoen oorzaak kunnen wezen Buitenzorg als
standplaats voor den molen uit te kiezen
Voor de militaire bakkerijen zouden wij drie klassen van garni
zoenen willen onderscheiden. Onder de le klasse zouden wij die
willen rangschikken, die voorzien worden uit een groote militaire
bakkerij.
Deze bakkerijen zouden opgericht kunnen worden op Java te
Buitenzorgvoor dat garnizoen, "Weltevreden en Mr. Cornelis, vol
gens Bijl. D. Kol. Versl. 1890 samen sterk 2552 Eur. enz., te
Soerakarta voor Semarang, Solo, Klatten, Djokdja, Ngawie, Kedong-
Kebo, Gombong en Tjilatjap (2613 Eur.), te Magelang voor dat gar
nizoen, Willem I, Banjoe-Biroe en Salatiga (3696 Eur.), en eindelijk
een voor Malang en Soerabaja in laatstgenoemd garnizoen (1092Eur.).
Op Sumatra zouden wij er een wenschen voor Padang en de garni
zoenen aan den spoorweg Koninginnebaai Moeara Kalaban, Padang-
Pandjang Port de Koek (1658 Eur.), (1) en eiudelijk te Kotta-
Radja een voor Groot-Atjeh (2366 Eur, enz.). Hiermede zouden
(1) Zie Kol. Verst. 1890 p. 137.
