863 van Solo worden gesuppleerd, waartegen geen bezwaar kan zijn, gezien de capaciteit van haar ovens en de spoorgemeenschap, die daarbij ondersteld wordt. Zaterdags zouden deze reserve-ovens kunnen worden in werking gesteld,, tegelijk met de gewone, om overwerken op dien dag en arbeid op Zondag te voorkomen. Yoor die gelegenheid zouden militaire corveëers bij de bakkerij te werk kunnen gesteld worden. Door meerder bakken op Vrijdag ware van andere zijde hieraan te gemoet te komen. Alles te zamen zou dit neerkomen op een 3 a 5 corveëers per bakkerij, gedurende één dag in de week. Aan elk der groote militaire bakkerijen dient gelegenheid te wezen voor het maken van verduurzaamd brood, hetzij dan bis-pain of beschuit. Yoor het laatste zijn beschuit-,kneed-,wals-, benevens verdeel- en prikmachines, en boven de ovens droog-eesten van voldoende hoogte noodig. Bovendien behoort dan een braakmachine disponibel te zijn in elke der zes bakkerijen, om een gedeelte van den beschuitvoorraad te verwerken, die ouder dan een jaar is, en die tot een hoeveelheid van 5 met het meel verkneed kan worden. De kneedwerktuigen in elke bakkerij behooren niet van groote capaciteit te wezen. De grootste bakkerij toch behoeft niet meer dan 750 KG. brood daags voort te brengen in een zestal baksels. Daar voor zou een kneedmachine van Werner en Pflenderer met een capaciteit van 150 a 200 KG. kunnen volstaan (1). Deze machines onderscheiden zich voordeelig van de op p. 259 van de meeraan- gehaalde Rapporten, Verslagen, enz. beschreven Boland-kneders door hun stevige constructie, doordien zij in twee richtingen kunnen bewogen worden en voor brood- en beschuitbereiding beide kunnen dienen. H. P. M. van Altena. (1) Yoor 750 KGr. brood zijn 510 KGr. meel noodig, en deze geven 816 KGJ-. deeg met 60 °/0 water, bij het munitiebrood althans. Voorschriftenbetreffende de verpleging van de landmacht in tijd van oorlogBesch. v/d. Min. v. Oorlog, dd. 6 April 1881, Vie Afd., Intendance, no. 56, Bijl, no. 2.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 314