875
Yan deze laatste was die van Dragom, het hoofd van verzet, de
geduchtste; ze bestond uit 130 huizen, terwijl die van den wegge-
loopen wakil Pasirah van de marga Boelang-Tenga 30 woningen telde.
Beide waren door een houten palissadeering omringd en versterkt.
Den 3en Juni des avonds ten 6 ure bereikte de colonne de Brauw
Lobo-Lepeliedoor den sterken stroom was de afstand zeer spoedig
afgelegd en waren de muitelingen zoodoende geheel onbekend met
onze komst.
Onmiddellijk werd gedebarkeerd, onder de orders van den kapitein
Steijn van Hensbroek een colonne samengesteld groot35 Europeanen,
100 Inlanders, 50 pradjoerits en een handmortier, terwijl voor vier
dagen vivres werden medegenomen en de overige troepen de prauwen
zouden blijven bewaken.
Den 4en Juni ten 5-| uur Y. M. werd de marsch langs een vrij
modderig voetpad aangevangen en reeds een uur daarna gestooten
op een versterkten, doch verlaten Koeboeanten 11 ure kwam men
voor een verhakking waaruit enkele schoten vielen en ten 12 ure
deboucheerde men vrij onverwachts uit het bosch en stond men voor
een zware versterking van boomstammen en aarde.
Terwijl de colonnecommandant nog bezig was zijn maatregelen
tot den aanval te treffen, opende de vijand zijn vuur en sneuvelde
de hoogst verdienstelijke., met de medaille van Moed en Trouw
begiftigde Kiagoes Kantil, pas benoemd tot adjunct- divisiehoofd in de
Kikimstreken
Onmiddellijk daarop liet kapitein Steijn van Hensbroek den storm-
marsch blazen; de Europeanen, Inlanders en Pradjoerits vingen
daarop een wedloop aan, om het eerst de versterking te bereiken, die,
tegenover zooveel élan niet bestand, onmiddellijk in onze handen viel.
De 2e luitenant Schlüter, één Eur. fus. en twee pradjoerits bekwamen
bij deze affaire schotwonden.
De Koeboean werd door de muitelingen zelf in brand gestoken.
Onmiddellijk daarna werd door de onzen de marsch voortgezet en
na een half uur de versterkte doeson van Dragom bereikt. Daar
hier de gelegenheid bestond tot het doen van granaatworpen werd de
mortier in batterij gesteld.
Na den derden worp, die midden in den Koeboean terechtkwam,