879 muts en een tegen de lade van zijn geweer, terwijl, even te voren, tijdens de omtrekking nog een paar man gewond werden We stonden nu voor de benting, die gedeeltelijk van dwars over elkander geworpen boomstammen, gedeeltelijk van aarde was opgewor pen en op de hoogte Djoeng-Oet was gelegen. Men kon deze versterking echter met granaten bewerpen en reeds na den tweeden worp groote verwarring onder den vijand bespeuren. Ik liet nu stormloopen en vermeesterde de vijandelijke positie. De tegenstander vluchtte naar Ringinook daar waren aan don rivierkant versterkingen, deze moesten echter alleen dienen om de op- of afvarende troepen bij het embarkeeren te bemoeielijken en waren dan ook van achteren weinig of in 't. geheel niet gesloten, zoodat ze zonder wederstand werden genomen. Het gevecht had bijna drie uren geduurd en kostte ons vijf doode en veertien gewonde militairen, terwijl de vijand tegen zijn gewoonte zeven dooden op de plaats van het gevecht liet liggen. Enkelen vond men met de wapens in de hand en in tandakkende houding verstijfd neergeschoten. "Verscheidene dooden en gewonden werden nog door de muitelingen medegevoerd, terwijl door ons een lila en verscheidene lansen, geweren enz. werden veroverd. Na het binnenrukken van Ringin zag men aan de overzijde van de rivier een detachement, bestaande uit 68 Afrikanen en 11 Pradjoe- rits onder de orders van den len luit. Collard en den 2en luit. van den Boom, tot hetzelfde doel van Tebing-Tinggi afgezonden. De op de prauwen achtergebleven troepen, onder de orders van luit. van der Heijden, waren nu ook aangekomen en zetten het deta chement Collard de rivier over. De versterking werd vernield evenals alle andere kleine positiën, waarop den volgenden dag laatst genoemd officier met, zijn colonne via Moeara-Klingi naar Tebing- Tinggi terugkeerde. Ook ik ging met mijne manschappen naar Moeara-Klingi om de gebles seerden daar meer rust te doen genieten; na de laatsten onder toezicht van Dr. Jarosch te hebben gesteld, kruiste ik nog eenigen tijd op de Moesi, zonder echter veel meer van den vijand te vernemen. De luitenanc-kolonel de Brauw, een uitvoerig verslag van de inname der versterking en van de overige krijgsverrichtingen ont-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 330