887 w - d x^l-x)/3 Ligt het gemiddeld trefpunt in het doel, dan is de kans voor een -j- schot, zoowel als voor een schot en om derhalve de kans te berekenen, dat het gemiddeld trefpunt in het doel zal liggen, indien men in een groep van s schoten er -j- en j3 heeft waargenomen, heeft men slechts in bovenstaande formule x door te vervangen. Stelt men daarentegen x dan is Wx een maximum, en heeft men s Wx 18l:dx, in welken vorm de formule benut kan worden, om de kans te berekenen, dat het gemiddeld trefpunt op de meest waarschijnlijke plaats zal liggen. Stelt men verder s p o, dan is W; gelijk aan de kans a priori, dat het gemiddeld trefpunt in het doel zal liggen en vindt men naar behooren W' dx. Zij nu aangenomen, dat men in een groep van 5 schoten met k, er een vóór en vier achter heeft waargenomen, dan is de kans, dat het gemiddeld trefpunt in het doel zal liggen: "4 =-s—dx. dx, d. i. zelfs nog ■minder dan de kans a priori met iedere willekeurige opzethoogte. De kans daar entegen, dat het 0.62 L Sg0 achter het doel zal liggen, zooals de waarschijnlijkheidstabel aangeeft, is 1' 4 4 dx1.D„a,6 dx of ruim 2, 6 maal meer dan de kans, dat het gemiddeld trefpunt in het doel zal gelegen zijn. De opzethoogte k is hier dus zeer onvoordeelig en het is bijna mu nitieverspilling, daarmede nogmaals een schot te doen. Yallen in een groep van 6 schoten er 4 achter en 2 vóór, dan is Wi -'°(5- dx, of bijna dubbel zooveel als bij een groep van 5 schoten met 4 achter en 1 voor. Desniettegen- X S'„ X« (1 x) ^dx _j5_ i^-111 1 2 x j3 a. p ■+- 1 a a 2 p a p 1 a a a 3 a „3 (1dx s |5 /3 1 1 1 1 l 1 1 a2 a ƒ3 a t- j3 -f- 1 a 1 a 4- 2 a 4- ^3 a 1 a \XT 115 S TT 'B" i-i-i-i i 62d 7 7 "5 Tf T

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 338