VERSLAG DER ZENDING NAAR AUSTRALIË
C. W. F. IIAPPÉ.
Ingevolge de reis-order van den Commandant van het Regiment
Cavalerie, dd. 12 December 1891, verliet ik op den 13en d a. v. mijn
garnizoen Salatigaom mijne zending naar Australië te beginnen.
Het doel dier zending was, te Melbourne en c. q. te Sidneydan
wel in andere centra van paardenfokkerij en handel, een onderzoek
in te stellen naar de mogelijkheid, om tegen billijke prijzen in vol
doende hoeveelheidgeschikte paarden voor het Leger te verkrijgen
waarbij oolc in het bijzonder de aandacht moest worden gevestigd op
pome's van 4'1" tot 4'4" Rijnl. (1.282 M. —1.36 M).
Ik heb mijn onderzoek niet bepaald tot Melbourne Victoriaen
Sidney {Nieuw-Zuid-Wales) maar het uitgestrekt tot Brisbane en
Rockhampton. Queensland
Het klimaat van deze laatste kolonie toch komt het meeste met
het onze overeen, grootendeels tropisch als het is, terwijl ook hare
haveus dichter bij de onze gelegen zijn.
Van de genoemde plaatsen uit, werden verschillende „stations"
ondernemingen der squatters, die zich met landbouw en veeteelt bezig
houden door mij bezocht en werd enkele malen het binnenland op
grooten afstand door mij ingegaan.
Naar aanleiding van een artikel van de hand van den Luitenant
Kolonel der Engelsche Artillerie G. T. Carrégetiteld: Notes on
Horse Breeding in Australasiaverschenen in The Journal of the
Royal United Service Institution vol. XXXIV, IS°. 151, jaargang 1890,
had ik mij ook voorgesteld Nieuw-Zeeland te bezoeken, waar zonder
twijfel uitstekende paarden gefokt worden.
VAN DEN 1EN LUITENANT-ADJUDANT DER CAVALERIE