893
Gemakshalve zijn de verschillende punten, voorkomende in de mij
verstrekte instructie, achtereenvolgens behandeld.
Waar van paarden gesproken wordt, is in bijzonderheden het oog
gevestigd op paarden, die ginds als militaire paarden gebezigd wor
den en die ook hier voor dat doel te gebruiken zouden zijn.
Paardenrassen in Australië aanwezig en hunne
afstamming.
Een oorspronkelijk paardenras bezit Australië niet; de thans in
dat werelddeel aanwezige paarden zijn alle afstammelingen van inge
voerde rassen.
In de vroegste tijden der kolonisatie werden paarden van de ver
schillende Eogelsche rassen naar Australië overgebracht om te voor
zien in de behoefte der kolonisten aan rij-, trek- en werkpaarden.
Met de ontwikkeling der koloniën werd die behoefte steeds grooter
en werden toen tot vermeerdering van den- paardenstapel verscheidene
fokdieren uit Engeland, aangebracht en koos men voor de fokkerij
van zware trekpaarden (heavy draught) de Clydesdale-, Shire- en Suf-
folkpaarden; voor de fokkerij van lichte trek-en koetspaarden (light
harness) de Cievelanders en voor de fokkerij van rijpaarden (hacks)
het Engelsclie volbloed en den Hackneyalle dus van de zuiverste
en beste rassen.
Omstreeks 1820 werd voor rekening van het gouvernement van
Nieuw-Zuid-Walesin dien tijd ressorteerde geheel Australië onder
Nieuw-Zuid- Wales—de eerste Arabische hengst uit Engelsch-lndië
in Australië ingevoerd en werd deze Arabier bestemd tot de fokkerij
van paarden voor de bereden politie uit Hackney merries.
De invoer der fokdieren van de genoemde rassen ging echter Ge
leidelijk voort; de voortreffelijke afstammelingeu van den gouverne-
ments Arabischeu dekhengst spoorden ook de particulieren aan tot
den invoer van Arabisch bloed en zoo was de invoer van Arabische
hengsten tusschen 1848 en 1855 vrij aanzienlijk.
Het voor de paardenfokkerij bij uitstek gunstige terrein van
Nieuiv-Zuid-Wales, in het bijzonder de oevers der Hunter River,
(ten N. W. van Sydneywerkte mede tot de prachtige resultaten
Dl. II, 1892. 58