894
van deze fokkerijhet voortgebrachte dier was klein van taille, het
betoonde zich echter zóó duurzaam, dat het zeer gewild was en de
paarden van die dagen vonden dan ook gemakkelijk hunnen weg
door geheel Australiëzij werden zelfs ook naar Engelsch-lndië uit
gevoerd, waar men hen den naam van Walersgaf naar de kolonie
Nieuw-Zuid- Wales.
Deze Walers ook de „Swan Rivers'' waren „Walers" hadden
in die dagen eene uitstekende reputatie, waartoe het overvloedige
goede voedsel in niet geringe mate bijdroeg; het oorspronkelijke
„kangaroo" gras bleek een uitstekend paardenvoeder, waarop het
jonge dier zeer goed gedijt. Was het wonder, dat de squatter
zonder schroom zijnen paardenstapel liet vermeerderen, waar hij
zeker was van overvloedig goed voedsel en eene goede markt voor
zijn product?
Maar ook zijn vee vermeerderde op aanzielxjke wijze en de fabuleus
hooge prijzen, die zijn wol, zijne schapen en zijn slachtvee behaalden,
leidden toen tot verwaarloozing der paardenfokkerij in het algemeen.
(The Wealth and Progress of New-South-Wales 1889 1890 bij
T. A. CoghlanGovt. Statistician pag. 361 en volg).
Toen het eerste goud in Port Philipp (later Victoria) gevonden
werd, stegen de prijzen der paarden zeer aanzienlijk.
In gewone omstandigheden zoude dit zeer gunstig op het fokken
van paarden gewerkt hebben; dat was echter hier niet het geval,
want toen het bleek, dat, als het ware, de geheele kolonie goud op
leverde, liet men het paardenfokken voor het voordeeliger goud-
delven varen, waardoor de fokkerij en hiermede de qualiteit der
paarden zoo sterk achteruitging, dat de gevolgen hiervan nog bijna
twintig jaren daarna merkbaar waren.
Alleen het volbloed Engelsche renpaard ontsnapte aan dezen
achteruitgang; deze klasse van paarden, die men noodig had bij
den rensport, waarbij groote bedragen omgingen, werd integendeel
steeds beter.
Langzamerhand ondervond echter menig gouddelver, dat de resul
taten van zijn werk erg onzeker waren en stak hij zijn geld liever in
landelijke ondernemingenhieraan was het te danken, dat ongeveer
sedert 1865 in de qualiteit der paarden weder vooruitgang te be-