896 bloed en staat oneindig ver achter bij onzen Sandelhoutdie trouwens geen pony, maar een paard is. Hoewel de ponies in Queensland van iets betere qualiteit waren, en ik daar zelfs enkele goed en sterk gebouwde vond, zoo is toch, volgens zeer vertrouwbare inlichtingen, hun aantal zeer beperkt en zoude in geheel Queensland niet meer dan een SOtal goed en sterk gebouwde ponies van ongeveer 4'4" (Rijnl.) zijn bijeen te brengen. Het is dan ook niet vreemd, dat men voor onze sandelhouts gaarne 30 tot 40 betaalt; de paardenhandelaars willen ze niet onder dien prijs van de hand zetten. Uit het vorenstaande volgt derhalve reeds, dat de Regeering zich niet moet vleien in Australië troepenrijpaarden van kleine taille te zullen vinden. De Engelsche hunter, het ideaal van het zware rijpaard, wordt bijna uitsluitend in Nieuw-Zeeland gefokt, het klimaat is daar van dien aard, dat de lange jachten bij den sport voorkomen en heeft de Nieuw-Zeelandsche hunter als jachtpaard een zeer goede reputatie. Eene bijzonderheid van dit paard is de lust, waarmede het de ijzerdraad omheiningen (wire-fences) overspringt, die soms 3 tot 4' hoog zijn en waarvoor de hunters uit andere streken energiek weigeren. (The colonial Horse bij the Earl of Onslow, Governor of New- Zealand). Alles samenvattende, wat ik aangaande de in Australië aanwezige paarden te weten kwam, kan ik reeds dadelijk als mijne meening uiten, dat Nieuw-Zuid- Wales de Australische kolonie iswaar de beste en duurzaamste paarden gevonden ivorden. Paardenfokkerijen, behandeling der paarden van veulen af'. Men vindt in geheel Australië geen bepaalde gouvernements- of particuliere paardenfokkerijen of stoeterijen, ten minste niet zulke inrichtingen, waarvan de eigenaar zich uitsluitend of hoofdzakelijk met de paardenfokkerij bezighoudt. Eene uitzondering hierop maakt echter de „station" Turanville aan de Hunter River nabij Scone Nieuw-Zuid- Walesten N. W. van Sydney gelegen. De eigenaar, de Heer Th. Cook houdt zich

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 347