901 Het bericht, kort voor mijn vertrek uit Batavia in een der aldaar verschijnende bladen opgenomen, als zoude de Engelseh-Indische regeering hebben afgezien van eene verdere remonteering van het leger met paarden uit Australië afkomstig, is dan ook geheel on juist en wordt gelogenstraft door onderstaand telegram, dat behalve in de te Sydney verschijnende „Evening News" in alle andere bladen voorkwam. TelegramIndian Remoun ts. LondonJanuary 7. The Indian Army authorities will require to import 1275 horses from Australia and the Cape during 1892 lor the remount service. Uiterlijk eu houw van liet Australische paard; zijn karakter en algemeene ontwikkeling en geschiktheid voor solda- tenpaard, zoowel voor Artillerie als voor Cavalerie De Australische paarden hebben het uiteilijk van het ras, waar van zij afstammen, zoodat zij in het algemeen een Engelscli type vertoonen. De paarden van de soort, waarop wij het meest onze aandacht moeten vestigen (de afstammelingen van den Hackney en den volbloed) die zich vooral voor krijgspaarden, zoowel voor rij-als voor trekdiensten eigenen, zijn over het algemeen goed en sterk gebouwd en goed geproportioneerdnatuurlijk komen er ook vele slecht gebouwde paarden voor, maar deze zijn in Australië onver koopbaar en worden daarom naar elders uitgevoerdhet gros der tot dusverre uit Australië op Java geïmporteerde paarden behoort tot deze klasse. Het hoofd van het goede Australische paard is niet te groot en goed aangezet, de hals is lang en eveneens goed aangezet, de schoft hoog en zeer goed ontwikkeld, doch smal; de schouders zijn zeer sterk en hebben eene gunstige ligging, de voor- en achterbeenen zijn krachtig en met een goed beengestel Hoewel soms lang, is de rug bij dit ras zeer sterk, de lendenen eveneens goed ontwikkeld, het. kruis lang en een weinig afhangend, de staart niet te laag aangezet. De borst is diep, de neusgaten zijn groot, het oog helder. De paarden met veel bloed hebben weinig manen en maantop,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 352