586 Mauser- geweer, als thans in België ingevoerd, van 7.65 mM. kaliber, met bijbehoorend kopernikkelmantelprojectiel van 8 mM. kaliber en lading van rookzwak buskruit, in vergelijking met het vroegere Duitsche geweer van 11 mM kaliber, waaruit met het gewone zacht looden projectiel en met een stalen mantelprojectiel geschoten werd. Tot het meten van den hydraulischen druk maakte Bruns gebruik van een waterbak 4 M, lang, 0.45 M. breed en 0.60 M. hoog, die van boven geheel open was, en aan de voorzijde was afgesloten met per kament of vel, tot het gemakkelijk doorlaten van het projectiel. Met den waterbak in verbinding stond een maximum-manometer, die tot 15 Atm. druk kon aan wij «eu. Op deze wijze kon een vergelijking gemaakt worden tusschen den druk van verschillende projectielen op verschillende afstanden, het geen door Reger niet verkregen kon worden daar bij diens proeven de manometer steeds denzelfden druk aanwees, nl. die waarbij de weer stand van blikken bus of schedel werd overwonnen. De uitkomsten dezer proef waren de volgende: 7.65 mM. geweer. Afstand. Snelheid. Lev. kracht. Hydr. druk. 800 M. 298 M. 64 KGM. 0.7 Atm. 400 386 108 3.7 529 205 7.4 25 605 265 8.8 11 mM. geweer. Afstand. Snelheid. Lev. kracht. Hydr. druk. 900 M. 207 M. 55 KGM. 0.7 Atm. 800 227 66 1.7 400 275 96 5.3 Atm. 55 375 179 7— 8.6 25 430 235 15 x 15 -j- xx Uit deze uitkomsten moet het volgende worden afgeleid. In de eerste plaats neemt de hydraulische druk toe met het grooter wor den van de snelheid, want bij alle drie de projectielsoorten neemt de druk toe bij het kleiner worden van den afstand. 55 O O 55 55 Staalmantel proj. Zacht looden proj. 5) 55 55 O O 55 55 55 51

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 37