SCHIETREGELS VOOR GRANATEN UIT
YEST1NGGESCHET.
Vervolg blz. 890).
(Slot).
Ad. cl.
„De grootte der breedteafwijkingen kan bijna altijd vrij nauwkeurig
ivorden waargenomenzoodat de correction volgens andere grondbeginselen
en op eenvoudiger ivijze kunnen geschiedendan die voor lengte-
afwijkingen'
Zoo leest men in de Toelichting op cle schietregelsen in nagenoeg
alle artilleristische hand- en leerboeken vindt men onder eenigszins
andere bewoordingen dezelfde stelling verkondigd. Het is jammer
dat het bewijs daarvoor steeds achterwege wordt gelaten, want
zonder dat verliest eene dergelijke uitspraak veel van hare waarde. Wij
voor ons zijn van meening, dat eerst de noodzakelijkheid voor tweeërlei
grondslagen voor het aanbrengen van correctiën bewezen moet zijn,
alvorens men daartoe zijne toevlucht mag nemen. De regels toch worden
daardoor per sé samengestelder, hetgeen een groot nadeel moet worden
geacht. Eerst dan, wanneer dit nadeel onvermijdelijk blijkt, dient
men er in te berusten.
Gewoonlijk motiveert men dan ook het volgen van twee systemen,
door te zeggen, dat de regels voor het aanbrengen van correctiën voor
lengteafwijkingen te samengesteld en te onnauwkeurig zijn, om niet
de gelegenheid met beide handen aan te grijpen om eenvoudiger en
nauwkeuriger regels te stellen.
Dat de regels voor het aanbrengen van correctiën voor lengte
afwijkingen altijd samengestelder zullen zijn, dan die voor breedte
afwijkingen, kan niet worden toegegeven. De regels b. v. waartoe wij
in het eerste deel van dit opstel zijn gekomen, zijn minstens even
Dl. II, 1892. 01